'De Stal van de Toekomst' moet de uitstoot van ammoniak door varkenshouders en de geuroverlast reduceren. Noord-Brabant trekt er miljoenen voor uit. 'Blijkbaar heeft men nog vertrouwen in ons,' zegt Hans Verhoeven van varkenshouderij De Hoeve in Valkenswaard. Portret van een bevlogen boer.
'De Stal van de Toekomst' moet de uitstoot van ammoniak door varkenshouders met 85 procent reduceren en de geuroverlast met 70 procent. De provincie Noord-Brabant trekt er enkele miljoenen voor uit. 'Blijkbaar heeft men nog vertrouwen in ons,' zegt Hans Verhoeven van varkenshouderij De Hoeve in Valkenswaard. Portret van een bevlogen boer.
Hans Verhoeven zit aan de keukentafel uitvoerig te vertellen wat hij sinds 1985 – toen hij samen met zijn schoonvader een maatschap oprichtte – allemaal heeft gedaan om varkensvlees steeds duurzamer te maken. Ruim een uur is hij aan het woord, je komt er amper tussen. Een bevlogen boer is hij – en zelfs dat is nog te voorzichtig uitgedrukt.
Waar zijn enthousiasme vandaan komt? Hans Verhoeven haalt zijn schouders op. 'Dat is de aard van het beestje,' zegt hij, om maar eens een voor een varkenshouder toepasselijke uitdrukking te gebruiken. Maar dit antwoord stemt hem nog niet helemaal tevreden. Vragend kijkt hij zijn vrouw aan, die de maaltijd van vanavond staat voor te bereiden. 'Hans moet altijd ergens enthousiast over worden, anders gebeurt er gewoon niks,' zegt ze. 'Als hij niet enthousiast is, begint hij er niet aan.' Misschien, voegt hij er zelf aan toe, krijgt hij in zijn enthousiasme mensen wel makkelijk mee. En hij durft te zeggen waar het op staat. Zo is Hans Verhoeven, volgens Hans Verhoeven.
Dus toen de provincie Noord-Brabant in 2017 het plan vatte om varkenshouders massaal aan de luchtwassers te krijgen, was hij het die zijn stem liet horen. Want tijdens de 250 bezoeken die Hans Verhoeven jaarlijks aflegt aan boerenbedrijven valt het hem telkens op dat de bedrijven mét luchtwassers veel problemen hebben met de uitstoot van geur en dat ze behoorlijk wat antibiotica nodig hebben. Verhoeven heeft zijn eigen stallen ontworpen en wil zonder luchtwassers dezelfde reductie van ammoniak en geuren realiseren als bedrijven die wel luchtwassers inzetten. Antibiotica gebruikt hij niet.
'Wat jullie in gang willen zetten,' zei hij tegen de provincie, 'gaat regelrecht in tegen wat wij als keten willen bereiken.' Daarop vroeg de provincie hem een projectvoorstel te schrijven, en dat leidde tot een subsidie van 2,6 miljoen euro voor De Stal van de Toekomst. Die toekenning past in de doelstelling van de provincie Noord-Brabant om in 2020 tot de meest innovatieve, duurzame en slimme agrofoodregio's van Europa te behoren. Dan moet de agrofoodsector voedsel produceren met respect voor natuur en milieu én voor gezondheid en welzijn van mens en dier.
Het heeft er alle schijn van dat het ontwikkelen van 'de stal van de toekomst' Hans Verhoeven op het lijf geschreven is. Innovatie was altijd al zijn ding. Hij ontwierp bijvoorbeeld een stal met licht bolle vloeren ('zodat urine automatisch wordt afgevoerd'). Het water dat in zijn nieuwste stal wordt rondgepompt, is altijd 17 graden ('in de zomer koel genoeg om fris te zijn, in de winter niet te koud'). Er is elektronische dierenherkenning ('uniek in Nederland'). En hij installeerde een mono-vergister ('we stoppen er mest in, halen er methaan uit en stoppen dat in een motor die een dynamo aandrijft, zo maken we onze eigen elektriciteit').
Met deze en andere maatregelen heeft Hans Verhoeven de geuroverlast, de ammoniakuitstoot én het gebruik van antibiotica tot nul gereduceerd.
Met de Stal van de Toekomst-subsidie ontwikkelt Hans Verhoeven nu samen met drie andere varkenshouders vier verschillende stalsystemen die de uitstoot van ammoniak met 85 procent moeten reduceren en de geuroverlast met 70 procent. De stalsystemen zijn niet alleen geschikt voor vleesvarkensbedrijven, maar voor alle vier de categorieën varkens: kraamzeugen, gespeende biggen, dragende zeugen en vleesvarkens. En er komt geen luchtwasser aan te pas.
Hans Verhoeven vindt innovatie een must. 'Anders is er geen toekomst voor de varkenshouderij in Nederland.' Maar denk niet dat dat altijd van een leien dakje gaat. Met de ene na de andere anekdote illustreert hij de weerstand die hij soms moest overwinnen. Zo vocht hij menig robbertje uit met de milieubeweging. Met name in de jaren negentig was het prijs. 'Maar na een jaar of vijf erkenden we samen dat we in schuttersputjes zaten en dat we met non-argumenten aan het schieten waren.'
Ook over het fenomeen Milieukeur (een initiatief van de ministeries van VROM en Economische Zaken) had hij aanvankelijk reserves. Tijdens een gesprek in Den Haag probeerden de ministeries hem over te halen zich aan te sluiten. Hans Verhoeven herinnert zich nog dat hij samen met zijn compagnon terugreed naar huis. 'Tot Utrecht zat ik te klagen, tussen Utrecht en Den Bosch viel ik stil, en net voorbij Den Bosch zei ik: "Zullen we het dan toch maar gaan doen?"' Tien jaar lang zette hij zich ervoor in, tot hij vond dat hij beter een alternatief keurmerk in het leven kon roepen: Keten Duurzaam Varkensvlees (KDV) is een samenwerking tussen varkenshouders, slachterijen, grossiers, slagers, retail, horeca en vleeswarenproducenten. In 2012 was hij te gast bij een tweedaagse discussiebijeenkomst in Sint Michielsgestel. Stond hij beneden in de zaal de varkenshouders te verdedigen, terwijl vanaf de tribune burgers hun onvrede op hem lieten neerdalen. 'Ik zeg tegen die mensen: kom maar hier beneden staan, dat praat een stuk makkelijker.' Toen Hans Verhoeven thuiskwam, zei hij tegen zijn vrouw: 'Ik wist dat er op het platteland weerstand was tegen de varkenshouderij. Maar dat die zó dominant is, nee, dat wist ik niet.'
Hans Verhoeven liet zich er niet door uit het veld slaan. Zijn drijfveer is de continuïteit van zijn bedrijf, varkenshouderij De Hoeve in Valkenswaard. Zijn drijfveer is de vraag of hij vandaag de dingen doet die helpen om over vijf jaar nog steeds een goede kostwinning en een sterk bedrijf te hebben. 'Ik kijk graag vooruit. Sommigen denken alleen in groei, groei, groei. Ik denk in continuïteit.' Hans Verhoeven heeft 250 zeugen en 2200 vleesvarkens. Voor Nederlandse begrippen is dat een klein bedrijf. En dat is een bewuste keuze. Deze omvang heb je nodig om een aantal kosten te kunnen dragen, zoals de vrachtkosten van vleesvarkens, én om investeringen rendabel te maken. 'Met 500 zeugen en 4400 vleesvarkens zou mijn bedrijf niet sterker zijn. Integendeel, want dan heb ik meer personeel nodig, ben ik minder flexibel in mijn arbeid, en ook gezondheidstechnisch wordt het dan alleen maar moeilijker. Als je een goed inkomen hebt, investeringen kunt doen in het milieu en tegemoet kunt komen aan maatschappelijke wensen, dan is het prima. De laatste jaren streef ik niet naar meer dieren, maar naar meer verdienen met hetzelfde aantal dieren.'
Hij komt nog wel eens collega-varkenshouders tegen die zichzelf als slachtoffer zien van het overheidsbeleid. Ook dan zegt Hans Verhoeven – de man die altijd denkt in kansen – waar het op staat. 'We hebben ons de afgelopen jaren keurig aan de opdracht gehouden. Bijna allemaal zijn we luchtwassers gaan gebruiken. Nu blijkt dat die niet zo goed werken als we hadden gehoopt, maar dat hoeven wij ons niet aan te trekken.' Verhoeven wijst de sombere varkenshouders ook nog ergens anders op: 'Het is niet voor niks dat in het regeerakoord tweehonderd miljoen euro is uitgetrokken om de varkenshouderij in Nederland te revitaliseren. En waarom denk je dat de provincie Noord-Brabant 2,6 miljoen euro uittrekt voor De Stal van de Toekomst? Blijkbaar heeft men nog vertrouwen in ons.'
Zijn doel is om slimme stalsystemen te ontwerpen voor de sector, zodat collega-boeren die kunnen kopiëren en zo een kostwinning kunnen hebben. Hans Verhoeven doet het niet in eerste instantie voor zichzelf als varkenshouder. Heel belangrijk voor Verhoeven zijn de Keten Duurzaam Varkensvlees (daarvoor bezoekt hij jaarlijks de genoemde 250 bedrijven) en het vleesbedrijf Westfort (dat de elektronische dierherkenning ontwikkelde). 'Ik vind deze sector mooi en ik vind dat ze kansen laat liggen. Door nieuwe dingen te bedenken en te laten zien dat ze in de praktijk werken, hoop ik dingen in beweging te kunnen brengen.' Hij weet nog dat hij altijd naar de open dag ging bij VIC Sterksel (Varkens Innovatie Centrum). 'Als ik dan terugkwam, zat ik vol ideeën. Het VIC is er nu helaas niet meer. En dus moeten we zelf nieuwe manieren vinden om kennis naar boeren te brengen, zodat zij ermee aan de slag gaan en een stap vooruit kunnen zetten.'
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal