Als iets het verleden van Brabant heeft gevormd, dan is het het boerenleven. Landbouw en veeteelt bepaalden honderden jaren de invulling van de zandgronden. Daar kwam in de twintigste eeuw een minstens zo belangrijke stroom naast te staan: die van de technologie. Tel de twee bij elkaar op en je ziet direct de onmiskenbare logica van Brabants toppositie in de agrotech.
De kennis van deze primaire sector uit het verleden zorgt, als vruchtbare ondergrond, dankzij de aanvullende hightech-expertise van het heden voor de magische mix waar veel Brabantse successen momenteel op stoelen. Met duurzamere productiemethoden en minder impact op het milieu levert de sector een belangrijke bijdrage aan de wereldwijde transitieopgaven.
De volledige agrofood waardeketen is vertegenwoordigd in Brabant, van primaire productie tot diergenetica en van verticaal boeren tot groothandel. Dat geldt zowel voor de complete sector als voor deelketens rond bijvoorbeeld aardappelen of kippen. En samen vormen ze het bewijs dat het echt onderscheidende zit in de onverslaanbare combinatie tussen vertegenwoordigers van de traditionele landbouwsector met die van de hightech.
Waar Nederland op wereldniveau alleen de VS voor zich ziet staan als het gaat om de exportcijfers voor landbouw, is Brabant binnen Nederland de hofleverancier met 14.000 verschillende ondernemingen en bij elkaar ruim 80.000 banen. En dat zijn dan alleen nog maar de vertegenwoordigers van de traditionele agrarische sector - veel van de sterk daaraan gelieerde foodtech en agrotech-bedrijvigheid moet daar nog bij worden opgeteld.
Sandra van den Poll, Project Manager Foreign Investments met een focus op agrotech en foodtech bij de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij BOM, heeft in 2020 een uitgebreide analyse laten maken van deze (gecombineerde) sector. “Natuurlijk wisten we al wel dat de hightech-sector in Brabant inmiddels heel erg verweven is met de hele landbouw en veeteelt, maar dankzij dit onderzoek hebben we nu de concrete samenhang veel beter in beeld gekregen.”
In het onderzoek van de BOM is niet alleen gekeken naar bedrijven die als agrofood-bedrijf staan geregistreerd, maar ook naar de aanpalende hightech bedrijvigheid, zoals bedrijven die sensoren, software, machines en verwerkingstechnologie voor de voedselwaardeketen ontwikkelen. Agrofood en hightech werken in de Brabantse regio’s intensief samen en zijn daarmee volop bezig met de oplossingen voor een wereldwijde duurzame voedselproductie. “Screening van de meer dan 1600 hightech bedrijven in Brabant met meer dan tien medewerkers laat zien dat meer dan 30% van deze bedrijven actief is in de agrofood sector”, aldus het onderzoek. Hun activiteiten variëren van stallenbouw, luchtzuivering en klimaatbeheersing tot kasautomatisering, landbouwmachines, en handlingsystemen voor het sorteren en verpakken van de oogst. En dat is geen verrassing, want al die activiteiten vallen binnen een hightech sector die goed is voor 30% van alle industriële R&D van Nederland en 50% van alle patentaanvragen. Brabant staat niet voor niets op de vijfde plaats van meest innovatieve regio’s in Europa.
Een duurzame ontwikkeling en exploitatie van de voedselproductie komt in Brabant zowel van gevestigde bedrijven als ontwrichtende start-ups. Aansprekende voorbeelden zijn The Protein Brewery (nieuwe plantaardige eiwitten), Contronics (dat levensmiddelen langer vers kan houden), Carezzo Nutrition (eiwitverrijkte voedingsmiddelen) Signify en Plantlab (indoor farming) of ByFlow (3D-voedingsmiddelenprinters). De optelsom van al die bedrijvigheid binnen de agrofood maakt duidelijk dat de volledige waardeketen goed ontwikkeld is in de regio. Dat geldt ook voor ondersteunende diensten en relevante kennisinstellingen, die de robuustheid van de sector verder versterken.
Voor Paulus Costers, programmamanager bij Green Chemistry Campus, een innovation center in West-Brabant dat volop experimenteert met de toepassingen van plantaardige eiwitten, is het hoog tijd dat de westerse wereld door krijgt hoe belangrijk de voedseltransitie is. Hij wijst erop dat het misschien nog niet zo’n gangbaar begrip is als de energietransitie, maar voor de mens daarom niet minder belangrijk. “De druk op de natuurlijke systemen is extreem hoog. Als we dat willen veranderen, moeten we dat doen op een manier die de burger én de consument én de natuur dient. De eiwittransitie is daarin essentieel, want eiwit is momenteel het meest onduurzame onderdeel van onze voedselketen. Koolhydraten zijn relatief makkelijk te vervangen, die zijn al plantaardig, maar het is vooral aan de eiwitkant, die nog vrijwel geheel dierlijk is, heel erg urgent.”
Dat besef is bij Wim de Laat van The Protein Brewery uit Breda al lang en breed geland. Op lab-niveau is hij al tien jaar bezig met de productie van eiwitten uit suikers. Bieten, mais en aardappelen zijn namelijk een net zo voedingsrijke, maar veel goedkopere en vooral veel duurzamere, bron van eiwitten dan koeien, varkens en kippen dat zijn. “Zonder stikstofuitstoot, zonder dierenleed en veel minder bodemintensief kunnen we de wereldbevolking van haar complete eiwitbehoefte voorzien.” The Protein Brewery zet in 2021 de eerste stappen naar een commerciële invulling van wat tot op heden vooral op lab-niveau zichtbaar werd. “Dat gebeurt in onze eerste demo-fabriek. Mede vanwege regelgeving zal het nog wel drie jaar duren voordat we de markt echt op volle schaal kunnen gaan bedienen.”
Sandra van den Poll noemde naast de belangrijke eiwitproductie ook agrotech als essentieel bestanddeel van de transitie. En ook daar speelt Brabant op wereldniveau mee. BBLeap, waar precisielandbouw naar een heel ander niveau wordt getild, is een mooi voorbeeld van zo’n bedrijf. Oprichter Peter Millenaar van de start-up uit Gilze-Rijen is zich er bewust van dat hij nog aan de voorkant van de ontwikkelingen staat. “Nog net te vroeg voor groot commercieel succes dus, maar dat gaat nog wel komen.” BBLeap ontwerpt en bouwt spuitstukken die op bestaande landbouwmachines gemonteerd worden en zo kunnen zorgen voor een dosering op plantniveau. “Niet op basis van het gemiddelde van het gemiddelde, zoals bestaande machines werken, maar met een specifieke dosering die voor elk vlak van 50 bij 50 centimeter, of zelfs 25 bij 25, anders kan zijn.”
BBLeap ontwikkelde de Leapbox, met zo’n 250 pulserende spuitdoppen waarvan de afgifte maximaal veertig keer per seconde kan wijzigen. In nauwe samenwerking met de internationaal koploper op het gebied van precisielandbouw Jacob van den Borne uit Reusel is de eerste toepassing gebouwd. Die is er alvast heel enthousiast over, maar Millenaar is nog lang niet tevreden. “Wij willen altijd meer dan de klant zich kan voorstellen. Het is ook niet zo dat wij onze oplossingen maken op basis van een marktvraag. Wij proberen ons een situatie voor te stellen die het beste resultaat oplevert. We zijn geen boeren, we kunnen niet telen, we zijn een technologiebedrijf dat de boeren kan helpen met oplossingen waar ze zelf nog niet aan gedacht hebben.”
Volgens Van den Poll laten al die voorbeelden zien hoe sterk de provincie is in agrotech en in de grote transitie die plaatsvindt rond eiwitten. “Beide ontwikkelingen zie ik nadrukkelijk in relatie tot de oplossing van de grote vraagstukken waar de agrarische sector momenteel voor staat. Innovatie kan de spanningen helpen oplossen die we nu geregeld zien opborrelen.”
Het is precies die optelsom van agrofood met foodtech en agrotech als logische bouwstenen daarbovenop, die Brabant in een bijzondere positie brengt. “Juist omdat de provincie dichtbevolkt is met een hoge druk van de agrofood sector op de leefomgeving, is hier de druk hoog om slimme oplossingen te ontwikkelen met minimale impact op de mens, dier en milieu”, stelt Van den Poll vast. “En omdat deze problemen in toenemende mate ook elders in de wereld spelen, zorgt dit voor mogelijkheden om het hoge kennisniveau dat er bij ons is daarvoor in te zetten. Inclusief de exportkansen voor Brabantse agro en foodtech.”
De voortdurende doorontwikkeling van de sector krijgt een extra impuls door de negen agrofood clusters die de provincie rijk is. Eén daarvan is Foodtech Brainport in Helmond. Directeur Jos de Boer legt uit hoe dit innovatiecentrum in Helmond bijdraagt aan de ontwikkeling van nieuwe methodes van duurzame voedselverwerking: “We richten ons op circulaire voedselproducties. We helpen om voedselinnovaties naar de markt te brengen en nieuwe technologie bekend te maken, zodat het mkb het kan gaan gebruiken.”
Foodtech Brainport concentreert zich op vier onderzoekslijnen, zegt De Boer. “Het conserveren en daarmee langer houdbaar maken van voedsel, smart food processing met robots en tenslotte het terugdringen van industriële voedselverspilling.” Wat dat laatste betreft kun je denken aan het gebruik van de buitenste bladen van een witlof voor de productie van kroketten. “Vanwege de vlezige structuur kun je daar hele mooie kroketten van maken. Of denk aan chips van afvalappels of hamburgers van gehakt gemengd met oesterzwamvoetjes.”
In potentie kan er veel, maar volgens De Boer is er vrijwel altijd een technologische doorbraak nodig om het product economisch op de markt te kunnen zetten. “Het is vaak mogelijk om iets in de keuken klaar te maken, maar om vervolgens een opschaling te realiseren is nog een heel ander verhaal.” Foodtech Brainport helpt, bijvoorbeeld met eigen ‘innovatiemakelaars’, om dat probleem op te lossen. Samen met de acht andere clusters zorgt dat ervoor dat Brabant niet alleen nu maar ook in de komende jaren toonaangevend zal zijn in agrofood.
Brabant kent negen agrofood clusters, campussen en andere samenwerkingsvormen:
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal