Er was een tijd dat boeren naar de lucht en naar hun vee keken om te zien wat voor weer het werd. Dat ze het veld in gingen en wat grond omgooiden om te weten of er beregend moest worden. Nu checken ze de actuele weergegevens en bodemvochtigheid van hun vaak ver uit elkaar liggende percelen op hun smartphone. Als ze tenminste de weerapp en bodemvochtsensoren van AgroExact gebruiken.
De vanuit ’s-Hertogenbosch opererende start-up helpt akkerbouwers en tuinders om zo goed mogelijk voor de groei van hun gewassen te zorgen. En draagt zo bij aan een toekomstbestendige landbouw. Slimmer boeren met de weer- en bodemdata van AgroExact
In het groeiseizoen is weer- en bodemdata checken een van de eerste dingen die agrariër Jan Straver ’s morgens doet. En dat bij voorkeur aan de keukentafel met een kop koffie. Straver heeft een akkerbouw- en veehouderijbedrijf in het Brabantse dorp Babyloniënbroek (gemeente Altena) en is volgens Sven Boogaard van AgroExact een ‘fanatieke gebruiker’ van de app. Hij houdt van de vrijheid die het agrarisch ondernemen hem geeft om zijn eigen beslissingen te nemen, maar wil wel “precies weten wat ik doe” en kunnen beslissen op basis van betrouwbare data: Wanneer ga ik beregenen? Hoeveel water is nodig? Wat is het juiste moment voor gewasbescherming? Een verkeerde beslissing kan veel geld kosten.
Wie denkt dat tegenwoordig heus wel overal goede weersinformatie voorhanden is, heeft het mis. Het KNMI heeft in heel Nederland maar zo’n dertig weerstations, en vooral voor neerslag geldt dat er vaak grote lokale verschillen zijn. Dan valt in Babyloniënbroek een stevige bui en in het zes kilometer verderop gelegen Uitwijk (waar Jan ook een perceel heeft) geen druppel. Het is dan ook eigenlijk geen wonder dat als Svens schoolvriend Niek van Andel een eigen weerstation met bijbehorende website bouwt, agrariërs uit de omgeving die website heel snel weten te vinden. Als Niek op een eindexamenfeest aan Sven vertelt dat zoveel boeren op zijn website kijken, ontstaat het idee om samen een bedrijf in het verkopen van weerdata te beginnen.
“Nieks eerste weerstation, bij zijn ouders in de tuin, had nog wel wat last van het achtertuin-effect”, vertelt Sven lachend. “Als het zwembadje opstond en er werd gespetterd, werd regen gemeten. En als de wind van een bepaalde kant kwam, viel de windmeter stil, want dan stond het huis ervoor.” De mannen gaan studeren – Niek Natuurkunde met specialisatie meteorologie en Sven Bedrijfskunde – en het idee van een eigen bedrijf verdwijnt naar de achtergrond. Maar al na een jaar begint het toch weer te kriebelen. Sven: “We vonden drie boeren bereid om samen met ons een prototype te ontwikkelen en zijn het (in 2017) gewoon gaan doen.” Voor de softwareontwikkeling wordt een derde schoolvriend aangetrokken: Thomas Brocken, op dat moment student SoftwareScience aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Gewoon beginnen, klanten zoeken, veel met hen praten en daarvan leren: het leidt ertoe dat de drie al snel groter gaan denken. “We ontdekten dat boeren niet alleen land hebben rondom hun boerderij, maar ook op heel andere plekken. En dat je dus in de buurt van al die plekken weerstations moet hebben, om actuele gegevens over ál hun percelen te kunnen leveren. Verder leerden we dat ze om optimaal voor hun gewassen te kunnen zorgen, ook nauwkeurige informatie over (o.a.) de bodemvochtigheid nodig hebben.” Een speeddate met potentiële investeerders in de Den Bosch Data Week 2018 resulteert in deelname aan het Investor Readiness Program van BOM Brabant Ventures. Sven: “Toen is het balletje gaan rollen. Het programma hielp ons om onze potentiële klanten nóg beter te leren kennen en de juiste oplossing te vinden voor hun probleem. En om bij het Brabant Startup Fonds onze eerste financiering op te halen.” Zelfs de studiefinanciering wordt gebruikt om het bedrijf op te starten.
Jan Straver is één van de boeren met wie Sven, Niek en Thomas veel praten. Hij vindt het leuk om jonge ondernemers ‘een zetje te geven’ en biedt hun onder andere de kans hun verhaal te doen tijdens thema-avonden van zijn Akkerbouw Studieclub. Samen met een aantal collega’s helpt hij ook mee met de ontwikkeling van de app en bodemvochtsensoren, en beregenings- en gewasbeschermingsadvies. Bij beregenen is het belangrijk om op het juiste moment de juiste hoeveelheid water te geven. Met je gevoel kun je er dan flink naast zitten; het heeft al menig boer de oogst gekost. Sven: “Als het tijdens een droge zomer stevig regent en het wordt daarna weer dertig graden, wanneer begin je dan weer met beregenen? Onze data wijzen uit dat dat veel sneller is dan de meeste boeren denken.”
Jan zelf zag nog nooit een oogst verloren gaan. “Ik ben altijd intensief met beregenen bezig geweest.” Maar hij merkt wel dat hij water bespaart sinds hij de oplossingen van AgroExact gebruikt. Omdat hij dankzij de sensoren weet hoe het met de bodem is gesteld, maar ook omdat de app hem vertelt dat het volgende week (bijvoorbeeld) enorm gaat plenzen: “Dan is deze week 15 millimeter water geven wel genoeg.” Hetzelfde geldt voor gewasbeschermende middelen. Jan: “Die wil je ook zo efficiënt mogelijk inzetten. Dat is beter voor het milieu én de portemonnee. Vroeger ‘spoot je op de kalender’. Dan was maandag bijvoorbeeld spuitdag. Nu check ik op de app niet alleen het weer en de luchtvochtigheid, maar ook de windsnelheid en windrichting: als het flink waait, komen de middelen op plekken terecht waar je ze niet wil hebben. En vanaf windkracht 5 mág je niet eens bespuiten.”
Wat de mannen van AgroExact ook van Jan en zijn collega’s leren, is hoe je met je klanten omgaat. Sven: “Korte lijnen zijn belangrijk voor boeren. Zijn die er niet, dan haken ze af, want dan kost het tijd en die hebben ze niet." Jan vult aan: “Als een agrariër vandaag belt, wil hij morgen geholpen zijn.”
Drie jaar na hun eerste prototype timmert AgroExact lekker aan de weg. Hun netwerk van meetstations beslaat inmiddels grote delen van Zuid-Holland, Zeeland, Brabant en Limburg. In Altena alleen al staan nu zo’n vijftien weerstations. Een abonnement op dit AtmoNetwork biedt akkerbouwers en tuinders toegang tot de gegevens van vijf, tien of zelfs twintig meetpunten. Ze hoeven dus niet zelf in weerstations te investeren. “We horen van veel klanten dat ze blij zijn met onze oplossing en ‘m meer gebruiken dan ze van tevoren hadden gedacht”, zegt Sven. “Dat motiveert ons om door te gaan, ook als het even tegenzit.” Bij het benaderen van potentiële klanten was aanvankelijk vooral de timing een uitdaging, licht hij toe. “Vanaf het zaai- tot en met het oogstmoment zijn de boeren druk met hun gewassen; in die periode doen ze weinig investeringen. Vanaf november komt er ruimte, maar in het begin gebeurde het wel eens dat een financiering (van nieuwe weerstations) dan net nog niet rond was.” Wat helpt is dat steeds meer waterschappen het gebruik van het netwerk en de bodemvochtsensoren stimuleren. “Wellicht komt er een tijd dat je alleen maar mag beregenen als je sensoren hebt.”
De oplossingen van AgroExact geven Jan “vooral rust”, vertelt hij. “Ik ga één week per jaar op vakantie. Als ik dan op de app zie dat het goed gaat met mijn gewassen, geeft dat een heerlijk gevoel.”
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal