Redefine Meat heeft plantaardig vlees ontwikkeld dat net zo goed smaakt en dezelfde textuur heeft als echt vlees. Michelinchefs zetten het zelfs op hun kaart, maar nog belangrijker is dat het foodtech-bedrijf uit het Brabantse Best met hun plantaardige vlees een enorm positieve impact op onze planeet levert.
In het Brabantse Best wordt vlees opnieuw uitgevonden. Hier wordt plantaardig vlees gecreëerd op basis van plantaardige ingrediënten en met gebruik van verschillende procestechnologieën. Het resultaat is, volgens de directeur van Redefine Meat Europa Edwin Bark, ‘geen compromis voor de vleesliefhebber’. Het heeft de textuur, smaak en het mondgevoel van traditioneel vlees, zonder dierlijke ingrediënten te gebruiken. Redefine Meat noemt hun producten dan ook nieuw-vlees. Bark: “Het benoemen van nieuw-vlees als nieuwe categorie heeft een hele duidelijke reden. De ervaring die wij bieden komt zo dicht in de buurt bij de dierlijke variant, dat er voor ons geen twijfel over bestaat dat het vlees is. Wij zijn geen alternatief. We zijn geen vervanger. Wij zijn een nieuwe generatie vlees.” De focusdoelgroep is dan ook niet de vegetariër, maar juist de vleeseter. Daar kan het verschil gemaakt worden, volgens Redefine Meat.
De wereld produceert op dit moment vier keer meer vlees dan vijftig jaar geleden. Zestig procent van alle landbouwgrond wereldwijd wordt gebruikt voor de productie van rundvlees. Onze vleesconsumptie is niet zonder klimatologische gevolgen. Toch is de verwachting dat mensen altijd vlees willen blijven eten. Bark: “Als we straks met tien miljard mensen op deze planeet rondlopen, is er niet genoeg ruimte om al die mensen op deze manier te blijven voeden. De enige manier om in de toekomst ook met z’n allen vlees te kunnen eten, is door vlees op een andere manier te creëren, mét plantaardige ingrediënten. Onze producten hebben een positieve impact op de planeet."
Edwin Bark Redefine Meat
De Israëlische bedenkers van Redefine Meat komen uit de tech-industrie. Door hun achtergrond waren ze ervan overtuigd dat ze met additive manufacturing, oftewel 3D-printen, vleesstructuren zouden kunnen maken die perfect lijken op de dierlijke variant. Door middel van een 3D-printer worden de drie componenten laag voor laag samengebracht, wat een vlezige en vezelige structuur geeft. Die drie componenten bestaan uit plantaardig bloed op basis van cranberrysap en rode bieten, plantaardig vet gemaakt van kokosvet en koolzaadolie en plantaardig spierweefsel uit sojabonen en kikkererwten. Bark: “Wij hebben Michelin-chefs, slagers, vleesexperts, voedingstechnologen, hard- en softwareontwikkelaars samengebracht om ‘vlees’ te maken. Met de combinatie van al die expertises en onze innovatieve procestechnologieën hebben we vlees kunnen creëren dat net zo lekker is als traditioneel vlees, maar wel milieu- en diervriendelijk.”
Hele stukken vlees maken leek tot voor kort onmogelijk, maar Redefine Meat voorspelt dat zij straks alle delen van de koe, het varken of het lam op plantaardige basis kunnen creëren. Bark: “Onze focus ligt op innovatie; dat zit in ons DNA. Op dit moment hebben we tachtig mensen werken op de afdeling Research and Development. We zijn bekend geworden als dat foodtechbedrijf dat met printtechnologie werkt, maar we gebruiken allerlei technologieën."
Edwin Bark Redefine Meat
De producten van Redefine Meat zijn in ruim 3000 restaurants in Europa verkrijgbaar. Zowel bij ketens als Loetje en de Hilton-groep, als bij sterrenchefs als Ron Blaauw. Bark: “We geloven sterk dat de acceptatie van plantaardig vlees versnelt als mensen bij restaurants een goede vleeservaring met Redefine Meat hebben. Dat maakt de stap kleiner om ook thuis meer plantaardig te gaan eten. De Michelin-chefs, vleesexpert en slagers waarmee we samenwerken, zijn ontzettend kritisch en voorzien ons continu van feedback. Onze producten worden dagelijks door testpanels geproefd. Daarmee verzamelen we inzichten en data en innoveren we ook veel op productgebied.”
Bark: “Als Europese locatie voor Redefine Meat wilde ik graag een traditionele vleesverwerkende fabriek ombouwen tot een plantaardige vleesverwerkende fabriek. Die fabriek vonden we in Best. Brabant is de Foodvalley van Nederland, met het zwaartepunt van de dierlijke proteïneproductie. Het was niet alleen symbolisch om in het hart van de vleesverwerkende industrie een plantaardige vleesfabriek neer te zetten. Het had ook logistieke voordelen. Je hebt veel gemeenschappelijke infrastructuur en de bereikbaarheid is geweldig. Qua kennisniveau zitten we hier super, met de Technische Universiteit Eindhoven om de hoek en Universiteit Wageningen - waarmee we onderzoek doen - vlakbij. De faciliterende houding van zowel de gemeente als de provincie heeft ongelooflijk goed gewerkt. We voelden ons absoluut heel welkom in Brabant. We staan echt pas aan het begin van onze reis en worden enorm gedreven het iedere dag beter te doen. Ik wil heel graag de volgende generatie schoon water, biodiversiteit en vruchtbare grond meegeven. En ik wil ook graag meegeven, dat mensen kunnen blijven genieten van vlees.”
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal