Miriam van der Lubbe is een van de grondleggers van de Dutch Design Week (DDW). Sinds 2021 is ze creative head van het Eindhovense topevenement. De grootste designtentoonstelling van Noord-Europa vindt jaarlijks eind oktober plaats en presenteert werk en concepten van ruim 2600 ontwerpers van over de hele wereld. "We willen aanjager zijn en goede matches maken tussen ontwerpers en bedrijven, zodat al die ontwerpkracht écht gaat werken voor onze samenleving.”
De DDW is geen gewone design-tentoonstelling, maar een platform waar innovatieve ideeën worden gedeeld, om vandaaruit verder te ontwikkelen tot toepasbare oplossingen, bijvoorbeeld rond biobased bouwen of het vergroenen van de openbare ruimte (zie kader). Het team rond Van der Lubbe selecteert en regisseert de ontwerpers. Alle ontwerpen die te zien zijn op de DDW sluiten daardoor perfect aan (of iets van die strekking) bij de urgente vraagstukken van deze tijd, zoals duurzaamheid en klimaatverandering.
De afgelopen jaren reisden er jaarlijks ruim driehonderdduizend nationale en internationale bezoekers af naar DDW. Meer bezoekers streeft Van der Lubbe niet na. Ze richt zich vooral op het verhogen van de kwaliteit. "We willen dat ontwerpers en bezoekers de juiste gesprekken voeren." Daarom heeft ze de structuur van het evenement aangescherpt met inhoudelijke missies en perspectieven, zodat de ruim 2600 ontwerpers, bedrijven en overheden elkaar treffen rond die onderwerpen. Iedere dag staat een van de vijf missies centraal in een speciaal programma: onze leefomgeving, vitale planeet, digitale toekomst, gezondheid en welzijn en een gelijkwaardige samenleving.
Zo kunnen bestuurders zich o.a. laten inspireren door het programma van PONT, vertelt ze. Het Programma de Publieke Ontwerppraktijk (PONT) versterkt de samenwerking tussen overheid en ontwerpsector. “Het is een lerend programma om ervoor te zorgen dat ontwerpers en bestuurders elkaars taal en processen begrijpen om transities vorm te geven die daadwerkelijk tot een existentiële verandering gaan leiden.”
Haar advies aan mensen die het negendaagse evenement vol creativiteit en grensverleggende ideeën willen bezoeken? “Neem vooral de trein en wandel eens door de stad, want vanaf 2024 zie je voor het eerst ontwerpen in de openbare ruimte.” Bezoekers die zich echt willen verdiepen in stedelijke uitdagingen moeten vooral naar het Ketelhuisplein op Strijp S komen. “Daar vind je projecten van Dutch Design Foundation en kun je ambassades bezoeken rond thema’s als mobiliteit en water in de stad”, vertelt ze. “En neem vooral iemand mee die niet zo bekend is met de designwereld. Want de ontwerpen verdienen een breder publiek.”
Tijdens DDW worden innovatieve ontwerpen gepresenteerd die vaak maatschappelijke impact hebben. Een voorbeeld hiervan is The Growing Pavilion (2019), een paviljoen gemaakt van biologische materialen zoals mycelium, dat de mogelijkheden van circulair bouwen verkende. Dit project heeft bijgedragen aan de bredere discussie over bio-architectuur en duurzame bouwmaterialen. Een ander opmerkelijk project is Biobased Creations (2021) dat een huis bouwde van biobased materialen zoals hennep en algen. Dit project toonde de mogelijkheden van volledig afbreekbare woningen die minimale impact hebben op het milieu. Het heeft de discussie over de overgang naar een circulaire economie in de bouwsector aangejaagd. Ook op het gebied van stadsvergroening was DDW baanbrekend met projecten zoals Urban Reef (2021), dat ‘groene eilanden’ introduceerde die de biodiversiteit in steden vergrootten. Deze eilanden, gemaakt van poreuze materialen, helpen bij het verbeteren van de luchtkwaliteit en het koelen van stedelijke gebieden, waardoor ze steden klimaatbestendiger maken.
Dutch Design Week is ontstaan uit een behoefte vanuit de ontwerpgemeenschap zelf. Er was simpelweg geen platform in Nederland waar ontwerpers hun werk konden tonen, herinnert Van der Lubbe zich. “Je ging als ontwerper vanuit Nederland naar Milaan omdat een Nederlands podium ontbrak.” DDW is in de loop der jaren uitgegroeid tot een van de meest invloedrijke designplatforms van de wereld, waar ontwerpers een plek hebben om hun werk te presenteren en netwerken kunnen opbouwen.
Het is geen toeval dat Eindhoven de thuisbasis is van DDW. De grootste stad van Brabant heeft een rijke geschiedenis op het gebied van technologie en innovatie, mede dankzij de lange aanwezigheid van Philips. Philips speelde een cruciale rol in de creatieve en technologische ontwikkeling van Eindhoven en zorgde voor de goede ‘humuslaag’ waar cultuur en innovatie konden groeien. De Design Academy Eindhoven is voortgekomen uit de in 1947 opgerichte vakschool, die destijds talenten ontwikkelde voor de lokale industrie met Philips als belangrijke afnemer. “Afgestudeerde ontwerpers van de Design Academie zochten in de jaren negentig een podium voor hun werk. Een belangrijke drijfveer achter het ontstaan van DDW.”
Het beeld dat naar buiten toe neergezet wordt over Nederland is vaak gestoeld op Old Dutch, ziet Van der Lubbe: “Nederland heeft enorm veel meer te bieden dan molens, klompen, Mondriaan en Van Gogh. Zoveel innovatieve en creatieve krachten die kunnen bijdragen aan oplossingen voor de grote vraagstukken van vandaag en morgen. DDW ontsluit, inspireert, deelt en verbindt. Er is veel New Dutch te zien op DDW!
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal