Weg en spoor raken verstopt. Monotch uit Made ontwikkelt slimme mobiliteitsplatformen om het verkeer beter te laten doorstromen. Op weg met Paul Potters: “Wij verzamelen data, verrijken die door bronnen te combineren en bieden die op één centrale plek aan. Opdat mensen efficiënter van A naar B kunnen reizen.”
Mag hij even. Hij heeft met zijn bedrijf Monotch net een grootse prijs in de wacht gesleept, tijdens het laatste ITS World Congres, het grootste congres ter wereld over intelligente transportsystemen. Met een inzending over Traffic Light Exchange (TLEX). “Dat is een platform waarop weggebruikers en nieuwe slimme verkeerslichten (iVRI’s) real-time met elkaar communiceren voor een betere doorstroming van het verkeer”, vertelt Paul Potters van Monotch uit Made.
Monotch ontwikkelt leveranciersonafhankelijke smart mobility platforms ontwikkelt voor het optimaliseren van verkeersstromen. “Denk aan een geoptimaliseerd snelheidsadvies. Voorrang aan specifiek verkeer zoals hulpdiensten of zware vrachtauto’s. Of eerder groen licht voor fietsers als het stortregent. En waarom nog wachten voor een rood licht op een leeg kruispunt?”
Het slim, veilig en duurzaam maken van mobiliteit, het is eigenlijk wat Potters heel zijn leven doet. “De wereld van smart mobility vooruithelpen, zodat ik later kan zeggen, kijk, die intelligente verkeersdoorstroming, het oplossen van het fileprobleem, daar heb ik aan bijgedragen”.
Zijn wiegje staat in Breda. Paul Potters groeit op in Etten-Leur. Hij is de oudste van vier. Al snel raakt hij gebiologeerd door alles met wat elektronica en techniek van doen heeft. Hij krijgt radiobouwpakketjes van zijn vader en zit urenlang te solderen. “Ik wilde precies weten hoe radio’s werkten.” En dan staat er ineens zomaar in de huiskamer een Apple II, gekocht via kennissen die bij Dow Chemical werken. Hij heeft over die personal computer gelezen; het is de eerste grootschalig geproduceerde pc, vooral populair onder thuisgebruikers eind jaren zeventig tot ongeveer midden jaren tachtig. De Apple II oogt heel anders dan latere Macintosh-modellen. Bijzonder of niet, hij kan zich niet bedwingen. Ook de Apple II wordt door hem ontleed. Op basis van Amerikaanse documenten.
Radio’s verdwijnen uit zijn gezichtsveld om plaats te maken voor computers. Sinclair ZX Spectrum, Commodore 64, Radio Shack TRS-80 en Atari 400/800: hij wil alles over de merken, pc’s en werking weten. Wil het liefst zelf ook een computer bouwen. Terwijl klasgenoten buiten aan het ravotten en voetballen zijn, speurt hij met een vriendje door de bieb in Breda naar informatie die ook daar nog niet is. “Ja, ik was bezeten, heel fanatiek.”
Na afloop van zijn middelbare school gaat hij naar Tilburg voor een studie Econometrie (“Dat had de meeste raakvlakken met vakken die ik leuk vond”). In zijn derde jaar hoort hij over de komst van de nieuwe studie Informatica aan de TU Eindhoven. Hij besluit direct tot een overstap (“Ik was van de eerste lichting”), en studeert tussendoor in Tilburg ook nog eens af als bedrijfseconoom. De studie Informatica is een feestje, eindelijk omringd door gelijkgezinden. Lekker zelf computers bouwen, te beginnen met modems. “Als bijverdienste hielp ik bedrijven met hun automatisering.”
Na zijn studie belandt hij bij Rüttchen Automotive, de grootste Mercedes-Benz dealer van Zuid-Nederland. Hij werkt er aan de eerste boordcomputer van vrachtwagens. “Mercedes Nederland was het eerste merk dat ze IT-breed gebruikte.” Hij blijft aan die computers sleutelen om te kijken hoe je ze commercieel kunt inzetten. Eerst in dienst van Groeneveld Transport Efficiency, later op eigen benen met een bedrijf dat software voor boordcomputers ontwikkelt. Dat bedrijf gaat in 1998 op in het Amerikaanse, beursgenoteerde Qualcomm, fabrikant van halfgeleiders en na Intel en Samsung Electronics de grootste fabrikant van processors ter wereld. Hij is er twee jaar directeur Nederland.
Met zijn gedegen kennis over ICT en mobiliteit, met name binnen de transportsector, komt Potters in Delft terecht bij Connekt, als trekker van ITS-Nederland. Bij die stichting richten ze zich op innovatie, ICT en mobiliteit. Met name op dingen die er nog niet zijn, waaronder het verzamelen en delen van in-car reisinformatie (“zeg maar de voorloper van Tom Tom en NS-apps”) en rekeningrijden. “We hebben dat toen in Nederland uitgevonden, maar we zijn waarschijnlijk een van de laatste landen in Europa die het gaat invoeren”.
Na ruim tien jaar vindt hij het in Delft mooi genoeg. “Ik had mijzelf ooit beloofd, als ik vijftig ben, dan stop ik.” Dat gebeurt niet. Hij krijgt een belletje van een voormalige collega. Die werkt bij Talking Traffic. Een organisatie waarbij overheid en het bedrijfsleven samenwerken om het dagelijks verkeer te verbeteren. Hard nodig, ga maar na. In 2021 staan in ons land 38% meer files; in de steden wordt zelfs een verdubbeling verwacht. De economische schade van al die congestie? Die is nu al jaarlijks 380 miljoen en gaat oplopen naar meer dan 1 miljard. Dit alles kun je voorkomen, zegt Potters. Als je weggebruikers, auto’s, verkeerslichten, verkeerscentrales en wegkantsystemen (denk spitstrookborden, verkeerregelinstallaties, verkeerssignalering en route informatiesystemen) beter met elkaar laat praten. “Wanneer je al die data aan elkaar koppelt, kun jij in je auto of via je smartphone, zowel vooraf als onderweg, real-time informatie ontvangen over filegevaar, stilstaand verkeer, wegwerkzaamheden en lokale weersomstandigheden. Om jouw reis zo snel en soepel mogelijk te laten verlopen.”
In die informatieketen ontbreekt een belangrijke schakel die je altijd binnen datastromen nodig hebt. Een onafhankelijke partij die zorgt voor continuïteit en kwaliteit. Die zorgt voor kloppende basisinformatie. Zoals Reuters fungeert voor de pers. Zoals CBS dat is voor overheid, wetenschap en bedrijfsleven. Zoals Bloomberg dat is voor financiële markten. Zo’n instantie moet er ook komen voor smart mobility. Heeft hij interesse, want ja, daarvoor belt die oud-collega eigenlijk. Potters is getriggerd. Hij heeft nog een klein zetje nodig. En die komt in de vorm van een oude compagnon, gezegend met een ‘zware IT-achtergrond’. Potters legt hem uit wat hij zoekt en hij krijgt als antwoord: ik kan maken wat je zoekt. Zie hier -in het kort- de geboorte van Monotch. De naam, verklapt hij, heeft zijn dochter bedacht. Een combinatie van mobiliteit en topnotch, dat zoiets als magnifiek betekent. Schouderophalend: “Als je een bedrijf start, moet je nou eenmaal een naam hebben.”
Potters is echt met verkeersstromen begaan. ICT en mobiliteit: het is de rode draad in zijn leven. “De mobiliteitssector is heel inefficiënt,” vindt hij. Hij ziet files vol auto’s met lege stoelen. Parkeergarages die na winkel- en kantoortijd leegstaan. Dure grond in binnensteden ingenomen door auto’s die we slechts voor 4% van de tijd gebruiken. “Dat is toch raar.” In grote steden in Japan heeft bijna niemand nog een eigen auto. Gaat ook gebeuren in ons land, de verdere verdichting van binnensteden indachtig. Al die rijen blik langs de Amsterdamse grachten. Maar liefst 13% van de openbare ruimte in onze hoofdstad bestaat uit parkeerplaatsen. “We gaan van autobezit naar autogebruik”. Hij wijst naar de opkomst van deelauto’s. Niet alleen via verhuurbedrijven als Greenwheels, Car2Go en ConnectCar. Maar ook via mensen die hun auto tegen betaling uitlenen of met wie je kunt meerijden. En wat te denken van elektrisch en geautomatiseerd rijden. “Er komen straks tal van keuzes om je van A naar B te brengen”.
Mobiliy as a Service, oftewel MaaS. Het is een van de slimme platformen waaraan Monotch sleutelt. Potters: “Via zo’n MaaS-platform kunnen reizigers straks hun eigen mobiliteit inkopen. Van OV en je eigen auto tot deelauto’s en deelfietsen. Met een actueel reisadvies en real-time updates. “Zodat je tijdig op de hoogte bent van files, beschikbaarheid van deelauto’s of fietsen, en vertragingen op het spoor. Allemaal op basis van je eigen voorkeuren en je reisgedrag.”
Hij weet: om al die informatiestromen bij elkaar te brengen moet hij bedrijven, overheden en organisaties bij elkaar brengen. En hij weet uit zijn ‘Delftse tijd’ hoe moeilijk dat is. Ook toen zat hij als “het oliemannetje” met leveranciers en andere partijen uit de verkeersindustrie om tafel. Doel: samenwerking. Maar daar hadden producenten van verkeersinformatiesystemen weinig trek in. Ze waren liever bezig zelf het wiel uit te vinden en vochten om voorrang dat als allereerste naar voren te rollen. Potters: “Zo’n onderlinge strijd wil je voorkomen.” Hij denkt aan al dat gebakkelei in de tijd van videorecorders. Toen waren er drie systemen: Betamax (Sony), Video2000 (Philips) en VHS (JVC). Het laatste systeem won, terwijl dat van Philips technisch superieur was. Dure les uit het verleden: “Je wil het beste systeem, niet het compromis.” Daarbij: een betere verkeersstroming, minder onnodig stoppen en optrekken van auto’s, minder auto’s die rondjes moeten rijden op zoek naar een parkeerplek: het geeft minder emissie en een betere luchtkwaliteit en daardoor een betere leefbaarheid in de stad. Je zou denken, dat is in ieders belang. Nee, dus. Maar toch: “Samenwerking is onvermijdelijk in een wereld waarin apparaten steeds meer met elkaar communiceren. Elkaar uitsluiten heeft dan niet zoveel zin.”
Nederland loopt Europees voorop op het gebied van smart mobility. Niet gek: ons wegen-, en spoornetwerk raakt verstopt. Daarom worden voertuigen, wegen, parkeerplaatsen en verkeerssignaalsystemen meer en meer uitgerust met sensoren die data genereren. Monotch brengt al die mobiliteitsdata bij elkaar om ze technisch en commercieel toepasbaar te maken voor de ontwikkeling van slimme platformen die bijdragen aan efficiënte, duurzame en veilige mobiliteit. Potters: “Wij fungeren als een soort ‘data-tankstation’. Wij verzamelen verkeersdata, verrijken die door bronnen te combineren en bieden die op één centrale plek aan.”
Een van die producten is een parking platform dat Monotch heeft ontwikkeld voor verschillende opdrachtgevers. Van de Gemeente Rotterdam en Yellowbrick België tot de ANWB: elk krijgt dezelfde basis en kan die met services en betaaldiensten uitbreiden. Potters noemt de Mobypark-app, waarop inwoners en bedrijven uit het centrum van Amsterdam een parkeerplek kunnen verhuren. Een parkeervak reserveren bij QPark kan ook. “Waarom die omweg via aparte apps en webpagina’s wanneer je al die diensten binnen een platform kunt integreren.” Met waarschuwingen voor dure-dagzones, parkeergaragetarieven en plekken waar je gratis je auto kwijt kunt met mogelijkheden voor leen-, of deelfietsen. “Mensen die een dagje komen shoppen laat je minder betalen dan zakenmensen die ergens een paar uurtjes een meeting hebben. We hebben voor onze klanten binnen 72 uur een platform klaar. Bij ons ben je als bedrijf ook nog eens verzekerd van de hoogste veiligheid.”
Mobiliteit smart, safe en sustainable maken. Door realtime data, diensten en transacties binnen een smart mobility platform aan elkaar te koppelen. “We hebben geen grote uitvinding ofzo gedaan,” zegt Potters bescheiden. “We bouwen aan een belang in de keten. We bouwen aan vertrouwen, waarop anderen kunnen voortbouwen.”
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal