Kunstmatige intelligentie, big data, robotica, machine learning: de wereld van de data science kent veel uitingsvormen. En hoewel zelfs de grootste specialisten nog geen vat hebben op de details van hun veelbelovende disciplines, spreken deze nu al tot de verbeelding van het grote publiek. Brabantse onderzoekers en ondernemers lopen voorop als het gaat om kennisontwikkeling en de toepassing daarvan.
Centraal punt daarbij is de Jheronimus Academy of Data Science (JADS) in Den Bosch, een nauw samenwerkingsverband van Technische Universiteit Eindhoven, Tilburg University, gemeente Den Bosch, provincie Noord-Brabant en het internationale bedrijfsleven. Maar ook de andere kennisinstellingen op wo- en hbo-niveau in de provincie herbergen allemaal eigen opleidingen of instituten rond kunstmatige intelligentie en data science. Er is nauwelijks een start-up waar data science buiten beeld blijft en de gevestigde bedrijven gaan een voor een ‘om’.
En dat is niet zo vreemd. Zowel vanuit economisch als maatschappelijk perspectief is data science niet meer weg te denken. De samenleving zelf vindt dat ook: een onderzoek in elf landen laat zien dat mensen verwachten dat hun leven en de maatschappij dramatisch zullen veranderen naarmate kunstmatige intelligentie en robotica steeds meer toepassing vinden.
En gelijk hebben ze. Maar wat ze zich misschien nog onvoldoende realiseren, is dat data science ook de wereld van vandaag al in hoge mate laat draaien. Op het moment dat je een webpagina bezoekt, registreren cookies wat je bekijkt, om er binnen een milliseconde een passende advertentie aan te koppelen. Ons gedrag ligt vast in databanken. De economie draait op data. De bouwer van een auto kent het gedrag van de bestuurder beter dan de rijder zelf. En de software van machines verbetert doorlopend door slimme terugkoppeling van de grote hoeveelheden gebruiksdata die de apparaten zelf produceren.
Volgens Liesbeth Leijssen, Director Impact bij JADS, moet iedereen betrokken worden in de discussie over datawetenschap en ethiek. “Er bestaan heel wat mythes rondom data science. Soms zijn mensen bang voor wat er komen gaat. Het is daarom van belang een realistisch beeld te schetsen over data science. Dat doen we door te laten zien hoe betekenisvol data science kan zijn in het dagelijks leven van mensen en door ethische vragen rondom data bespreekbaar te maken.”
Data science is dan ook zeker niet alleen het speeltje van onderzoekers en innovatieve start-ups. De samenleving is er vol van en die impact zal de komende tijd alleen maar verder groeien. Bedrijven beschikken over een enorme hoeveelheid data, maar worstelen vaak met de vraag hoe ze deze data kunnen inzetten om structureel waarde te creëren. Daar is niet alleen innovatiekracht voor nodig, maar ook veel praktijkvaardigheden en onderwijs. Hoogleraar Jeroen de Mast, die aanstellingen heeft bij JADS, Waterloo University (Canada) én het op High Tech Campus Eindhoven gevestigde Holland Innovative, weet dat als geen ander. “In onze opleiding proberen we de studenten te helpen om hun bedrijfsprocessen op basis van data-analytics en data-engineering in combinatie met ondernemerschap een duw in de rug te geven.”
Opleiding is één ding, maar ook daarna staan de Brabantse bedrijven er niet alleen voor. Het Data Value Center Smart Industry ondersteunt ondernemers bij het inzetten van data. Daarbij gaat het om het optimaliseren van bestaande processen, het creëren van de juiste randvoorwaarden en het ontwikkelen van verdienmodellen met behulp van data. Het MKB Datalab is een initiatief in Midden-Brabant waar onderwijs en bedrijfsleven elkaar kunnen vinden om de uitdagingen rond dataficatie in het MKB aan te pakken.
Op alle Brabantse innovatiecampussen speelt data science inmiddels een leidende rol. Van de medicijnontwikkeling op Pivot Park via de smart mobility op de Automotive Campus en Medtech op de TU/e en High Tech Campus tot de smart industry op Gate2: zonder data science staat alles stil. Brainport Industries Campus noemt zichzelf de ‘fabriek van de toekomst’ waar hightechbedrijven als KMWE, Anteryon en Yaskawa) data science inzetten om de maakindustrie vooruit te helpen. Ze kunnen daardoor slimmer produceren en mede dankzij start-ups zoals Unit040 zichzelf én hun toeleveranciers ondersteunen in het maken van planningen.
Ook buiten de campussen spelen start-ups een essentiële rol in de transitie. Neem de predictive maintenance oplossingen (machines die zelf voorspellen wanneer onderhoud nodig is) van Pipple uit Eindhoven, Cytosmart dat cellen met data science analyseert of Protix in Bergen op Zoom, dat slimme algoritmen inzet om het groeiproces van insecten te controleren.
Foodtech is sowieso een sector die zich meer en meer overgeeft aan de kracht van data science. Zo is op de GrowCampus in Den Bosch begin 2020 het Datalab Agrifood geopend. Maar het begint al bij de boer op het land. Hoe sneller alle beschikbare data geanalyseerd en beoordeeld kunnen worden, des te groter de kans dat de oogst een succes wordt en dat het vee gezond blijft. AgroExact uit Den Bosch is zo’n bedrijf dat inmiddels tientallen Brabantse boeren een betrouwbaarder alternatief voor de natte vinger brengt. Met lokale weerstations op de agrarische grond worden alle processen die de landbouw beïnvloeden, zoals neerslag, temperatuur en windsnelheid, ineens zichtbaar en beïnvloedbaar. “Boeren hoeven alleen maar hun smartphone te pakken en ze weten waar ze aan toe zijn”, zegt oprichter Sven Boogaard.
Hoewel de meeste mensen dus verwachten dat de rol van data science in onze samenleving de komende jaren verder zal toenemen, zijn er ook nog grote groepen die het als een hype zien. President Hans de Jong van Philips Nederland waarschuwt daartegen. Hij ziet zeker in zijn ‘eigen’ healthtech business enorme kansen. “Pathologen kijken naar plakjes weefsel om sporen van fout weefsel te vinden. Ze moeten ongelooflijk veel van deze plakjes bekijken en er zijn interpretatieverschillen. We kunnen die beelden nu digitaliseren waardoor je er software op los kunt laten die de interpretatie van pathologen gaat ondersteunen. De patholoog kan zich richten op het eindbesluit. Dit verbetert de zorg.”
En het blijft niet bij ingewikkelde operaties. De Jong: “Deze techniek staat voor mij in het rijtje met de stoommachine, elektriciteit en internet. Net als deze technieken is het een echte enabler, het maakt meer zaken mogelijk. We beseffen het niet altijd, maar Artificial Intelligence is eigenlijk al overal. Wij hebben nu al slimme scheerapparaten die de huid analyseren tijdens het scheren en daarop het vermogen aanpassen. Als je zegt dat het een hype is, is dat een historische vergissing.”
Het succes van de Brabantse data science initiatieven zal ook afhangen van geld. De Rijksoverheid speelt daarin een belangrijke rol, maar Brabant blaast ook zelf flink in de bus. Zo investeerde een Brabantbrede AI-coalitie met naast de provincie ook TU Eindhoven, Tilburg University, Interpolis, CZ, DAF Trucks, KPN, Philips, Rabobank, Fontys, TNO, MindLabs en JADS begin 2020 zo’n 250 miljoen in een reeks AI-initiatieven. Het onderzoeksinstituut EAISI is daarvoor de kartrekker.
Wekelijks kloppen er bedrijven en organisaties aan bij JADS voor toekomstige samenwerkingen. De ene keer gaat het om een start-up, de andere keer om een groot bedrijf. Ze zijn allemaal welkom, zegt Liesbeth Leijssen. “Een kleine studenten start-up die een zoekmachine heeft ontwikkeld en uiteindelijk uitvliegt de samenleving in, vind ik net zo mooi als een groot bedrijf dat samen met ons data science inzet om ontbossing of ondermijnende criminaliteit te onderzoeken. Klein of groot: we maken allemaal impact.”
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal