Het gezin Alizadah vluchtte uit Afghanistan en kwam in 1997 terecht in Tilburg. De kinderen openden in 2010 het eerste Afghaanse restaurant het zuiden van Nederland. Nu heeft het familiebedrijf een restaurantketen: Sarban Afghaans Restaurant en Silk Road Restaurant en bestaat het team uit meer dan honderd mensen. Jonge vluchtelingen starten er als afwasser en kunnen doorgroeien tot mede-eigenaar.
In Tilburg vind je een bijzonder restaurant: gevluchte jongeren krijgen hier de kans om uit de armoede en het sociale isolement te komen en een goed bestaan op te bouwen. Het familiebedrijf heeft meer dan honderd mensen in dienst en is al uitgebreid naar andere steden. Er is een stichting Sarban de Toekomst, een speciale Sarban-klas op ROC De Rooi Pannen, een interne opleiding tot ondernemer en een franchise-constructie. Afwassers kunnen doorgroeien tot ondernemer en mede-eigenaar worden van een van de restaurants.
Ongeveer zes jaar oud is Rabia. Met haar gezin is ze via de zijderoute uit Afghanistan gevlucht en woont ze illegaal in Moskou. Die ochtend trekt ze samen met haar moeder een kar naar de markt om wat geld te verdienen. Ze ziet een groep meisjes lopen in schooluniform. “Ik hoor niet achter deze kar. Ik hoor dáár te lopen”, denkt ze.
Vijfendertig is Rabia nu. Het moment in Moskou was beslissend voor haar verdere leven, vertelt ze: mocht ze ooit de kans krijgen om naar school te gaan, dan zou ze er voor gaan, besluit ze daar. Op het kantoor boven restaurant Silk Road aan de Heuvelring in Tilburg vertelt ze bevlogen over het belang van onderwijs en het benutten van kansen.
Het gezin Alizadah belandt in 1997 in Tilburg, tegenover de basisschool waar Rabia naar toe mag. Fantastisch vindt ze het. Na de middelbare school kiest ze voor een studie rechten aan de universiteit in Tilburg. Als ze haar bull heeft, gaat ze werken bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Haar broers en zussen kiezen een ander pad. Ze willen Tilburg laten kennismaken met de rijke, gastvrije Afghaanse cultuur. Ze willen het beeld dat Nederlanders van Afghanistan hebben verrijken. “Het beeld dat veel stadsgenoten hebben, is enkel gebaseerd op de ellende die we op televisie zien, terwijl Afghanistan zoveel meer is.” In Tilburg openen ze in 2010 hun eerste restaurant: Sarban Afghaans Restaurant. Sarban is de gids die de karavaan over de Zijderoute begeleidt.
Rabia stapt een paar jaar later in het familiebedrijf. Dan zijn de eerste Afghaanse jongeren er al aan het werk. Jonge, vaak minderjarige asielzoekers die doelloos rondhangen in de stad, krijgen van de familie te horen: “Je kunt morgen om vier uur als afwashulp beginnen”. De eerst komt en neemt de volgende dag twee vrienden mee. Zo ontstaat een nieuwe ambitie binnen het familiebedrijf: Gevluchte jongeren een kans geven om uit de armoede en het sociale isolement te komen en een goed bestaan op te bouwen. Omdat het trainen en begeleiden van de jongeren veel vraagt, zegt Rabia haar baan bij de IND op en neemt ze samen met zus Rahima deze taak op zich.
Sadjad Ahmadi heeft de hele weg binnen Sarban bewandeld. Vijftien jaar was hij toen hij alleen vluchtte uit Afghanistan, vertelt hij “Op mijn zeventiende kwam ik in Brabant aan. Het laatste stuk van de vlucht hing ik twintig uur onder een vrachtwagen.” Hij woont in Tilburg, startte als afwasser in Sarban Den Bosch, leerde koken, bedienen, het team aansturen en mag zich sinds vier jaar mede-eigenaar noemen van Silk Road Restaurant aan de Heuvelring.
“Ondernemerschap is complex. Als we sterke, zelfstandige ondernemers willen, moeten we ze goed begeleiden. Sadjad doet hier alle dagelijkse werkzaamheden in het restaurant. De dingen waar hij nog niet aan toe is, verzorgen wij voor hem”, vertelt Rabia.
Rabia is lovend over Tilburg en Brabant: “Innovatief, gastvrij en ondernemend”, zijn de woorden die ze gebruikt. “Ik weet nog dat wij acht jaar geleden bij de directeur van de Rooi Pannen kwam met het idee jongeren die niet aan kunnen sluiten op de reguliere mbo-opleiding in een eigen klas te zetten. Wij hadden geen uitgebreid plan, maar de directeur Hanneke Majoor zei: ‘Ik geloof jullie. We gaan het doen!’ Dat is Tilburg!”
“Toen ik later haar vroeg of ik twee jongeren zonder verblijfsvergunning die net achttien waren tóch in mocht schrijven in de Sarban-klas stond ze dat toe. De school krijgt geen geld voor meerderjarige vluchtelingen, maar ze besloot dat de opleiding die kosten zelf zou dragen. “Ook gemeente Tilburg maakte hier graag een uitzondering. “Een van die twee jongens, Isa Ahadi, is nu eigenaar van een van onze restaurants. Door hem toen die kans te gunnen, is zijn hele toekomst veranderd. Dat is Brabant: een provincie die gelooft en investeert in mensen en waar we samen voor elkaar zorgen.”
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal