Volgens Masi Mohammadi, hoogleraar Smart Architectural Technologies aan de Tu/e, kan een woning veel meer zijn dan alleen een dak boven je hoofd. Samen met haar teams werkt ze aan een ‘empathische woning’ voor mensen met dementie.
Zo lang mogelijk thuis blijven wonen: wie wil dat nou niet? Met de vergrijzing en hiermee samenhangende stijging van de zorgkosten is ook het overheidsbeleid erop gericht. De belangrijkste voordelen spreken voor zich: ouderen blijven in hun vertrouwde omgeving, waar ze makkelijker sociale contacten onderhouden, blijven langer zelfstandig en houden zelf de regie. Maar fikse nadelen zijn er ook. Als er extra hulp nodig is vanuit de gemeente, laat die vaak lang op zich wachten of wordt die als ‘niet passend’ ervaren, waardoor mensen een groot beroep op mantelzorgers moeten doen. Wonen senioren alleen, dan ligt eenzaamheid op de loer. Nog lastiger en soms ronduit gevaarlijk wordt het als iemand aan dementie lijdt.
Wat zou het dan geweldig zijn als je huis (een deel van) de zorg op zich kan nemen. Het klinkt als verre toekomstmuziek. Maar Masi Mohammadi, hoogleraar Smart Architectural Technologies aan de Technische Universiteit Eindhoven (Tu/e) en lector Architecture in Health aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) maakt er samen met haar teams en vele praktijkpartners al jaren werk van. Er staat zelfs een proefwoning in Arnhem. Een ‘empathische woning’ die jou begrijpt, op je behoeften reageert en je bijvoorbeeld stimuleert om te bewegen of op tijd te eten en naar bed te gaan – dingen die voor mensen met dementie lang niet vanzelfsprekend zijn.
Je woning kan zoveel meer zijn dan alleen een dak boven je hoofd, zegt Masi. “Ze kan je helpen om je dagelijks leven te leiden, je stimuleren om dat wat je nog steeds kunt – wandelen bijvoorbeeld – te blijven doen, en je zelfs gezonder maken.” Aan de TU/e en de HAN houden Masi’s teams van onderzoekers, designers, ontwikkelaars en techneuten zich met alle drie deze functies bezig. Met de ‘assistive technology’ die je in een huis kunt aanbrengen (zoals een traplift), waarbij vooral wordt gekeken naar wat het beste werkt. Met de woonomgeving als stimulans, waarvan de empathische proefwoning een aantal mooie voorbeelden bevat. En met de woonomgeving als medicijn. Hierover zegt Masi: “Ik ben ervan overtuigd dat de gebouwde omgeving mensen zelfs gezonder kan maken, als we erin slagen het herstellend effect van natuurlijke elementen in onze woonomgeving beter te begrijpen en aan slimme technologie te koppelen.”
Hoewel in de proefwoning ook traditionele hulpmiddelen zoals beugels in douche en toilet, alarmknoppen en een traplift zijn aangebracht, draait het hier vooral om stimulerende technologie. Zo is er – als onderdeel van het project Guiding Environment - een interactieve woonkamer, die de bewoner met behulp van projecties, licht- en geluidssignalen met een gezond dag- en nachtritme helpt, door hem of haar onder andere te stimuleren naar buiten te gaan, te gaan slapen of een boterham te eten. Dat klinkt een stuk eenvoudiger dan het is. Want om net zoals de mantelzorger op een menselijke manier empathisch te zijn, moet een systeem niet alleen begrijpen wat iemand kan en niet (meer) kan, zodat de bewoner niet wordt overvraagd of belast. Het moet er ook naar handelen op een manier die bij déze persoon past en zijn dagelijks leven niet verstoort. “Daarom voegen we ook geen extra elementen toe”, vertelt Masi. “We zetten geen robot in het huis en brengen bijvoorbeeld geen sensoren op iemands lichaam aan. Alle techniek is in het huis en vaak uit het zicht aangebracht.” Die techniek moet dan wel perfect werken; als er iets fout gaat, verstoort dat alsnog.
In de proefwoning herinneren pijlen op de grond richting keuken, een projectie van een boterham met kaas en een vriendelijke stem de bewoner eraan dat het tijd is voor de lunch. Maar dit zijn alleen maar voorbeelden, benadrukt Masi. Want wat voor de één prima werkt, slaat bij een ander de plank volledig mis. Sommige mensen zullen in de war raken of schrikken als ze een stem horen: ik ben toch alleen thuis? Uit onderzoek in een verpleeghuis bleek dat een pijl op de vloer goed kan werken, maar dan moet die pijl wel in iemands kijkrichting wijzen. Het systeem moet dus eerst van het gedrag van de bewoner leren wat zijn kijkrichting is. Valideren, oftewel kijken hoe bewoners in de echte wereld op hun oplossingen reageren, is dan ook een cruciaal onderdeel van het ‘Empathic Design Model’ dat Masi voor haar teams ontwikkelde.
Ook de boterham op de muur werkt niet voor iedereen. En gebruik je bijvoorbeeld een pictogram, dan wordt dat door veel senioren met dementie niet eens herkend. Voor Masi was dat een eye-opener: “Als bouwkundige ben ik geneigd om alles met plaatjes uit te leggen. Maar uit onderzoek van één van mijn bleek dat het toch echt een foto moet zijn. Sommige bewoners gaven aan dat ze honger kregen als ze de foto van de boterham met kaas zagen; een positieve uitkomst. Toch ben je er dan nog niet, want wat als iemand geen kaas lust?” Dat ‘op maat maken’ gebeurt met Artificial Intelligence. Masi noemt het “onze grootste uitdaging”.
Hoe een systeem leert van gedrag én daar vervolgens actie op kan ondernemen, legt ze uit aan de hand van de slimme vloer in de woning. Die analyseert bewegingsinformatie en ‘weet’ daardoor na verloop van tijd precies hoe groot de stappen zijn die een bewoner neemt en hoe hij zijn voeten neerzet. Komt hij op zijn achterste voet terecht, dan kan dat een signaal zijn dat de bewoner gaat vallen. “Het systeem kan dit signaal doorsturen, zodat er hulp komt, maar dan is het kwaad al geschied. Daarom werken enkele verpleeghuizen nu met een soort airbag met riemen, om vallen te voorkomen.”
Behalve hoe ingewikkeld het is om oplossingen op maat te ontwikkelen, maken de voorbeelden nog iets anders duidelijk: om een woning te realiseren die (een deel van) de zorg voor een oudere met dementie op zich kan nemen, is er heel veel onderzoek en zijn er heel veel verschillende producten nodig. “Pas als je het gaat deconstrueren, besef je hoeveel verschillende activiteiten we in het dagelijks leven ondernemen.” Dat krijg je met een kleine groep mensen of vanuit één enkele discipline onmogelijk voor elkaar. Masi’s projecten maken een verbinding tussen wat mensen willen en nodig hebben en wat er architectonisch en technisch mogelijk is. Samenwerking en co-creatie zijn hier de toverwoorden: tussen de sociale en medische wetenschap en bouwkunde en techniek, tussen Tue en HAN, tussen wetenschap en praktijk. Om dit makkelijker te maken en goed van elkaar te kunnen leren, richtte Masi de Dutch Empathic Environment Livinglabs (DEEL)-Academy op, een samenwerkingsplatform van woningcorporaties, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, zorg- en kennisinstellingen.
De mensen om wie het gaat – of beter: hun mantelzorgers – gaat het ondertussen allemaal niet snel genoeg, blijkt uit de vele enthousiaste reacties die Masi ontvangt. “Ik ben al door zoveel mensen benaderd die er vast van overtuigd zijn dat dit dé oplossing is voor hun ouder, partner of kind, dat ik regelmatig tegen mezelf zeg: schiet op met je producten!” Daar plaatst ze meteen een belangrijke kanttekening bij: “We moeten niet naar snelle oplossingen zoeken, want dit is complexe materie; het vergt tijd, en trial en error. Niet te snel willen opschalen, zou ik dan ook willen zeggen tegen iedereen die bezig is in dit domein. Er is niks mis met een pilot.”
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal