Langnek zit als vanouds op zijn rots en kijkt met zijn 4,8 meter lange nek uit over de bomen van de Efteling. Volgens de gebroeders Grimm kon deze dienaar uit het sprookje ‘De Zes Dienaren’ zijn lange hals zó ver uitrekken dat hij alles kon zien wat er op de wereld gebeurde. Hier zit hij al sinds de opening van het Brabantse attractiepark, bijna 70 jaar geleden. In die jaren werd hij een ‘Bekende Eftelinger’ en heeft hij al heel wat bijzonders voorbij zien komen. Maar nog altijd raakt hij verwonderd door alles wat hij om zich heen ziet. Wat is toch het geheim van het Eftelinggevoel?
Dat antwoord zit deels verborgen tussen de slingerende paden van het Sprookjesbos, dat sinds de opening in 1952 het kloppende hart van de Efteling vormt. Oorspronkelijk bestond het Sprookjesbos uit tien sprookjes, waarmee de Efteling al snel de harten veroverde van Brabantse gezinnen met jonge kinderen. Inmiddels telt het bos 30 sprookjes en figureert nog altijd in de top 3 van de meest geliefde attracties.
De sprookjes en de later toegevoegde verhalende attracties spelen de hoofdrol in collectieve herinneringen. Langnek, Roodkapje, de wolf met de zeven geitjes en alle andere bekende Sprookjesbosbewoners staan vereeuwigd op foto’s die generaties lang in plakboeken bewaard worden. In de wildwaterbaan Piraña of in Villa Volta ontstaan anekdotes die families elkaar jaar na jaar blijven vertellen.
Sprookjes en andere verhalen vormen het DNA van de Efteling. Sinds de beginjaren is de afvalverwerking daarom in handen van snurkende slokops en enkele andere goedmoedige veelvraten. Het gaat om Holle Bolle Gijs en zijn familieleden, die meestal te vinden zijn in de omgeving van een horecapunt. Het is een onverzadigbare familie, die consequent oproept om rondslingerend afval in hun ronde monden te stoppen.
De gulzige familie heeft aantrekkingskracht op elke nieuwe generatie en krijgt elke keer opnieuw betekenis. Zo blijft Holle Bolle Gijs actueel. Hij is de verpersoonlijking van de stappen die het attractiepark al sinds haar oprichting als Stichting Natuurpark de Efteling zet op het gebied van duurzaamheid.
Met de Python slaat de Efteling begin jaren tachtig een andere richting in. Om tieners aan te trekken verrijst aan de rand van het park de stalen achtbaan, waarin bezoekers maar liefst vier keer over de kop gaan.
In de jaren daarna volgen meer spannende attracties, zoals Schipschommel Halve Maen en wildwaterbaan Piraña. Daarmee is de Efteling niet meer alleen het onderkomen van de slapende Doornroosje en de lieflijke elfjes op de waterlelies, maar ook van adrenaline-opwekkende attracties met gegil en gespetter.
Deze ‘thrill rides’ doen het goed onder tieners en andere oudere bezoekers. Toch wordt dit pad enkele jaren later alweer verlaten. De Efteling besluit niet mee te doen aan de strijd om de grootste, hoogste of snelste attractie. Liever streeft ze naar unieke belevingen die alleen in dit Brabantse park beleefd kunnen worden. En naar verhalen, want daarmee onderscheidt de Efteling zich van andere parken in Europa.
Met de opening van de ‘dark ride’ Fata Morgana keert de Efteling in 1986 terug naar de vertrouwde sprookjes. Bezoekers varen in bootjes langs scènes uit de oosterse Sprookjes van 1001 Nacht. Vanaf dat moment krijgen alle nieuwe attracties een verhalend karakter.
Daarbij hoort ook de rol als hoeder van het sprookje. Die rol neemt het park zeer serieus, onder meer door ook minder bekende sagen of legendes uit te dragen. Zo wordt Villa Volta geïnspireerd op de legende van de Bokkenrijders: een roversbende die eind negentiende eeuw een gruwelijk spoor van vernieling trok door de Brabantse Kempen en het Limburgse platteland.
Een belangrijke mijlpaal voor het park vormt de dive coaster Baron 1898, die verhaalt over de historische geschiedenis van de mijnbouw en (inter-)nationale legende rondom de ‘Witte Wieven’. De vruchtbare grond van de goudmijn van Baron Hooghmoed wordt beschermd door de Witte Wieven. Gedurende de rit blijkt dat zij proberen de delving van goud te saboteren, waardoor bezoekers 37,5 meter naar beneden storten in de mijnschacht. Verhaal én beleving zijn met elkaar verweven.
De verhalen bezorgen de Efteling een plek in de Europese top van attractieparken. Naast een publiekstrekker is de Efteling bovendien drager van nationaal cultureel erfgoed. Net als het Sinterklaasfeest, het Rijksmuseum en Johan Cruyff hoort de Efteling thuis in het rijtje ‘typisch Nederlandse iconen’.
Om deze positie te behouden blijven de ontwerpers op een consequente manier erfgoed toevoegen dat de tand des tijds kan doorstaan. Mensen verwonderen, dat is een serieuze zaak. Er wordt bijzonder veel werk van gemaakt om de bezoeker om iedere hoek een verrassing te bezorgen.
Daarbij blijven de ontwerpers uitgaan van het creatief gedachtegoed dat kunstenaar Anton Pieck in de beginjaren neergezet heeft: bouw alsof het er al honderd jaar staat, denk in kromme lijnen, zoek het in de details.
Alles maakt onderdeel uit van de verhalenwereld, waarbij beleving en betovering nog steeds kernwoorden zijn. Dat geldt ook voor de voorzieningen eromheen, zoals de horeca.
Storytelling zit daarbij opnieuw in de details. In het restaurant Polles Keuken, in feite de keuken van het paleis Symbolica, kan de gast niet alleen pannenkoeken bestellen, maar kunnen kinderen ook op zoek naar een geheim kraantje. Daarmee kunnen ze toverwater tappen dat van kleur verandert.
De nieuwste bewoners van de Efteling zijn Max en Moritz, twee kwajongens uit een bekend Duits verhaal uit 1865. In de Efteling wonen zij in een dorpje met hun moeder Frau Schmetterling, die bijzondere koekoeksklokken maakt.
De kwajongens halen voortdurend streken uit en drijven daarmee de dorpsbewoners tot wanhoop. Als Frau Schmetterling Max en Moritz voor straf opsluit in haar werkplaats, proberen ze met zelfgebouwde zeepkisten te ontsnappen. Via de familieachtbaan ervaren bezoekers die ontsnapping zelf aan den lijve.
Ook in de omgeving van hun achtbaan hebben Max en Moritz hun sporen nagelaten. Wachtende bezoekers komen het scheetkussenorgel tegen, dat in elkaar getimmerd lijkt te zijn door Max en Moritz. In plaats van een klavier of pedalen worden de orgelpijpen bediend via een bank met scheetkussens.
Bovenop op het dak van Frau Boltes Küche, een snackrestaurant nabij de achtbaan, proberen Max en Moritz via de schoorsteen geroosterde kippetjes te stelen. In het restaurant kunnen bezoekers de Bengel Buit bestellen, een kartonnen beker met gefrituurde kip of gefrituurde uienringen. Daarmee is de verhaalbeleving compleet.
De Efteling is levenswerk van ‘reuzen’, zoals de grondleggers Anton Pieck, Peter Reijnders en burgemeester Van der Heijden. Iedereen die daarna kwam, mag op hun schouders staan om de Efteling mooier te maken, maar wel op basis van Piecks creatief gedachtegoed.
In 2030 wil de Efteling als enige Europese park ieder gezelschap in een natuurrijke en sprookjesachtige wereld een topbeleving laten ervaren. “Zolang wij trouw blijven aan alles waar de Efteling voor staat: oprechtheid, authenticiteit en liefde voor detail en leefomgeving, dan kunnen op onze schouders weer nieuwe ‘dwergen’ gaan staan”, staat te lezen op de website van de Efteling.
Sinds de opening heeft het Brabantse park meer dan 100 miljoen bezoekers vermaakt met verhalen. Het Eftelinggevoel is in al die jaren niet veranderd: ontsnappen aan de dagelijkse werkelijkheid door verwondering. Als de winter eraan komt, krijgt Langnek oorwarmers en Holle Bolle Gijs een extra warme sjaal met een grote muts. Klaar voor het volgende wonderlijke verhaal.
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal