Skip to Content
  • Verhaal 05-03-2024

Vodde maakt nieuwe, circulaire sokken van oude vodden

5 minuten leestijd

Een eind breien aan de traditionele textielbranche. Met deze missie in het achterhoofd startte Patrick Welp in 2019 het circulaire sokkenmerk Vodde. Vanuit het besef dat er in de sector nog veel te winnen valt als het gaat om duurzaamheid en transparantie. Het bedrijf vestigde zich pal naast het TextielMuseum in het Brabantse Tilburg, van oudsher dé textielstad. “De lijnen zijn hier kort”, zegt Welp. “We spreken dezelfde taal en de bereidheid om samen te werken is hoog. Dat is typisch Brabants.”

Jarenlang werkte Welp in de nacht-, ondermode- en sokkenbranche. De wantoestanden in de textielbranche in landen als India en Bangladesh wekte steeds meer zijn interesse voor duurzame en transparante processen. Helemaal toen hij op een beurs in Duitsland een Pakistaanse fabrikant ontmoette. Die maakte garens van snijafval en had zo het hele proces in eigen hand – van grondstof tot eindproduct. De samenwerking was nog maar amper begonnen, of COVID-19 brak uit. Maar Welp liet zich er niet door weerhouden. Terwijl de wereld op slot zat, ging voor hem een andere wereld open. “’Mijn’ fabriek in het Verre Oosten zat in lockdown en kon geen samples meer leveren. Ik moest noodgedwongen op zoek naar een andere oplossing.”

‘Met een klosje garen onder mijn arm ben ik naar het TextielMuseum gefietst’

Korte lijnen

Het zaadje van Vodde was geplant. Welp liet zijn fabrikant een paar kilo garen opsturen, waarmee hij zelf aan de slag ging. “Met een klosje garen onder mijn arm ben ik naar het TextielMuseum gefietst. Ik vertelde de directeur van het lab wat mijn probleem was. Of ze niet even konden proberen of mijn garen op hun machine werkte? Dat deden ze. Die wil en bereidheid om elkaar te helpen, dat pragmatische, is zo Brabants. Je gaat met elkaar om tafel en vindt een oplossing. De korte lijnen maken dat heel makkelijk en niemand zit op de autoritaire stoel. De coronacrisis droeg daar ook wel toe bij; niemand wist waar het heen ging. Iedereen wilde de krachten bundelen om dingen nog steeds voor elkaar te krijgen.”

Ontwikkelcentrum

Omdat het TextielMuseum als culturele instelling niet de snelheid kon bieden die nodig was, schafte Welp uiteindelijk zelf breimachines aan. Midpoint Brabant – platform voor economische samenwerking in Midden-Brabant – hielp hem een stap verder met het realiseren van het ontwikkelcentrum voor sokkensamples. Van de provincie Noord-Brabant kreeg hij een duwtje in de rug vanuit de subsidieregeling Regionale Economische ActieProgramma’s (REAP). Voor de huisvesting werd hij doorverwezen naar Ateliers Tilburg. Deze organisatie biedt creatieve ondernemers betaalbare werkruimte. “Toevallig of niet kon ik een ruimte huren naast het TextielMuseum, wat fantastisch was omdat zij alles in huis hebben. Ook weer ontstaan vanuit een samenwerking op lokaal niveau. Was ik op een industrieterrein terechtgekomen, dan was de ontwikkeling van Vodde een heel stuk lastiger geworden.”

Lokaal netwerk

Ook toen het op het inzamelen van vodden aankwam, bood het lokale netwerk uitkomst. Naast duizenden kilo’s afgedankte uniformen van de landelijke politie, kwam de grote bulk al snel van de Tilburgse kringloopwinkel La Poubelle. “Die zamelt per week drie- tot vierduizend kilo kleding in”, vertelt Welp. “Van hieruit kwamen we gemakkelijk in contact met andere bedrijven in vooral bedrijfskleding. Wij nemen hun retourstromen af en zetten die om in een nieuw kwaliteitsproduct: sokken, en inmiddels ook T-shirts en poloshirts. Door het afval hoogwaardig terug in de keten te brengen, hebben we van een lineaire keten een circulaire keten gemaakt.”

‘Brabant staat voor innovatie. Dat is wat we hier doen’

Gecertificeerde sokkenfabrieken

Ruim vier jaar na de start draait Vodde op volle toeren, zowel voor de consument als kleine en grote bedrijven. Met vier man in Tilburg voor de ontwikkeling op labniveau en twee in Zuid-Europa, die de productie ter plekke controleren. “Het sorteren van de vodden en de productie van de sokken gebeurt daar; zij hebben de machines en kennis om dat op grote schaal te doen”, legt Welp uit. “In Portugal, Italië en Turkije werken we samen met gecertificeerde sokkenfabrieken. Zij nemen onze garens af die daar gemaakt zijn en in ons lab in Tilburg zijn gecontroleerd. Omdat wij hier zelf ook machines hebben, kunnen wij precies uitlezen wat hun werkbelasting is. Wij zien dus op microniveau wat daar op macroniveau gebeurt. Met fabrieken die hier niks van willen weten, werken wij niet samen.”

Gewoon doen

Voor Welp is het glashelder: “Brabant staat voor innovatie. Dat is wat we hier doen: ontwikkelen en controleren wat er in elke schakel van de keten gebeurt. De rest besteden we uit in landen die daarvoor zijn uitgerust. Nederland is daar als kennis- en distributieland niet geschikt voor, Brabant als innovatieve regio ook niet. Wat wij als Brabants bedrijf laten zien, is dat we een vernieuwende oplossing hebben bedacht die direct effect heeft op de afvalstromen. Op z’n Brabants, door de mouwen op te stropen en gewoon te doen. Niet lullen, maar breien dus.”

Kopieer de tekst van dit verhaal

Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal

Deze pagina delen

Ken je anderen die deze pagina ook kunnen waarderen?

Andere verhalen uit het thema Duurzame economie