Rubia heeft succes met een nieuwe aanpak: op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom werkt Rubia samen met kennis- en onderwijsinstellingen en een groot aantal andere biobased bedrijven.
Soms komt een mooi product net te vroeg. Dat gold ook voor de natuurlijke kleurstoffen van Rubia 100% Natural Colours. In 2016 ging het innovatieve bedrijf uit Steenbergen, West-Brabant failliet. Nu heeft het succes met een nieuwe aanpak: op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom werkt Rubia samen met kennis- en onderwijsinstellingen en een groot aantal andere biobased bedrijven.
Rembrandt en Vermeer gebruikten het al: rode verf gemaakt van de wortel van de meekrap. Turks Rood werd de verf genoemd. Of Kraplak. In hun tijd stonden de Brabantse en Zeeuwse akkers er vol mee en was het een voor Nederland belangrijk exportproduct. Dat de meekrap belangrijk was voor het gebied rond Steenbergen zie je aan de plaats- en straatnamen, vertelt Harry Vlamings, één van de eigenaren van Rubia 100% Natural Colours. “Aan de Stoofweg bijvoorbeeld stond vroeger een ‘meestoof’, een installatie voor het opslaan en verwerken van de meekrap, die daarna naar de verfmarkt in Rotterdam ging.” Eeuwenlang werd de plant gebruikt voor het verven van stoffen. Maar met de industriële revolutie kwamen er goedkopere, synthetische verfstoffen. En verdween het plantje met de onopvallende gele bloemetjes van het Brabants platteland.
Tot zo’n dertien jaar geleden, toen een aantal ondernemers in Steenbergen kansen zag voor natuurlijke kleurstoffen. Ze vonden een aantal boeren bereid om de meekrap te verbouwen en startten hun eigen laboratorium en fabriek. Mede-eigenaar Marc de Keijzer is één van die boeren die destijds een stuk grond beschikbaar stelden voor de meekrapteelt. “Ik was er wel voor in om iets nieuws te proberen”, vertelt hij. “Je hebt relatief weinig grond nodig om meekrap te verbouwen. En de plant past uitstekend in de vruchtwisseling, waarbij je verschillende gewassen na elkaar teelt om de grond vruchtbaar te houden en ziekten te voorkomen.” En die teelt ging goed. Zo goed dat het bedrijf ook nu nog kan putten uit de destijds opgebouwde voorraad. Maar nu lopen we op de zaken vooruit.
Want van meekrapwortel verfstof maken, hoe doe je dat? In de Gouden Eeuw werd de wortel gewassen, gedroogd en verkruimeld. Die ‘kruimels’ werden vervolgens weer opgelost in water, waarna Rembrandt en consorten het goedje vermengden met olie.
Bij Rubia is die verkruimelde wortel de grondstof. Wat de fabriek in Steenbergen verlaat is een fijn poeder met een hoge concentratie kleurstof. “Poeder is veel langer houdbaar dan vloeistof”, legt directeur-eigenaar Rudolph de Jong uit. “En makkelijker te vervoeren. Maar hoe je kleurstof uit wortels haalt, daar een hoog geconcentreerd poeder van maakt en hier vervolgens mee kunt verven, heeft ons onderzoeksteam onder leiding van chemicus Dorien Derksen helemaal zelf moeten uitvinden.” Een kwestie van gedegen organisch-chemisch onderzoek doen en hard werken, volgens De Jong. “Als je mooie resultaten behaalt in het laboratorium, wil dat nog niet zeggen dat het in de fabriek – op grote schaal – ook goed uitpakt.”
Overigens verwerkt Rubia niet alleen meekrap, dat rode en bruine kleurstof oplevert, maar ook wouw (geel en bruin) en indigo (blauw). Ook de wouw wordt in Brabant verbouwd. Indigo vereist een warmer klimaat en wordt daarom geïmporteerd.
Het zijn niet de minsten die interesse tonen in de natuurlijke verfstof. Modeontwerpster Stella McCartney, voorvechter van duurzame mode, gebruikt de kleurstof in haar collectie voor Adidas. En op Prinsjesdag 2009 droeg toen nog prinses Maxima een Rubia-rode jurk van de Brabantse ontwerper Jan Taminiau. Klanten zijn vooral ververs van textielproducten. Niet alleen voor de kledingindustrie, maar ook voor de tapijt- en textielindustrie.
Toch valt het aantal afnemers tegen. Rudolph de Jong: “Er was weinig aandacht voor duurzaamheid; mensen waren toen nog niet bereid méér te betalen voor een duurzaam product.” Na tien jaar knokken om te overleven wordt Rubia in 2016 failliet verklaard. Dat was moeilijk, zegt De Jong. “Je hebt immers je ziel en zaligheid in het bedrijf gestopt.”
Maar De Jong, Vlamings en De Keijzer, die het bedrijf in 2013 hadden overgenomen, blijven in hun product geloven. “We waren en zijn ervan overtuigd dat we een goede bijdrage kunnen leveren aan een duurzame kleding- en textielindustrie en daarmee aan de verduurzaming van de planeet. En dat de teelt van meekrap en wouw een mooie aanvulling is voor de Brabantse agrosector.” Het gaf hen de motivatie en energie om hard voor hun bedrijf te vechten en een succesvolle doorstart te maken.
Nu lijkt de tijd dan eindelijk rijp voor de biobased kleuren van Rubia. “Met name in de kledingindustrie is duurzaamheid belangrijk”, zegt Rudolph de Jong. Dat heeft niet in de laatste plaats te maken met het convenant Duurzame Kleding en Textiel dat minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen in 2016 ondertekende met onder andere zo’n vijftig Nederlandse kledingbedrijven. “Klanten zijn nu wél bereid om meer voor hun verfstoffen te betalen. We hoeven hen niet meer te overtuigen van het belang van de transitie naar een duurzame, circulaire economie. Bekende bedrijven als C&A komen nu naar óns toe.”
De nieuwe start betekende voor Rubia ook een nieuwe aanpak. Veel meer dan voorheen werkt het bedrijf met andere partijen samen. Harry Vlamings: “’Vroeger’ bedachten we alles zelf. Maar er is al zoveel kennis aanwezig bij anderen. Zo onderzoeken we nu bijvoorbeeld samen met Cosun (de moedermaatschappij van onder andere Suiker Unie /red.) hoe je zoveel mogelijk verfstof uit één vierkante meter grond haalt.”
Die samenwerking vindt voor een belangrijk deel plaats op de Green Chemistry Campus, onderdeel van de Biobased Delta. Hier bundelen biobased bedrijven hun krachten met overheden en onderwijs- en kennisinstellingen. En werkt Rubia onder andere samen met het Kleuren Applicatie Centrum (KLAC) van Avans Hogeschool en ROC West-Brabant aan een nóg beter en uiteindelijk ook goedkoper product. “Op de Campus zijn alle ingrediënten voor nog meer succes aanwezig”, zegt Rudolph de Jong. “Bovendien brengt de samenwerking met andere bedrijven en studenten je op mooie, nieuwe ideeën.” Hij voorziet een gouden toekomst voor Rubia: “De markt voor verfstoffen is zoveel groter dan de textielmarkt.” Een gouden toekomst? De toekomst is Rubia-rood!
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal