Twee ambitieuze studenten van de Technische Universiteit in Eindhoven deden in 2013 mee aan de eerste World Solar Challenge in Australië. Onder de naam ‘Solar Team Eindhoven’ ontwikkelden ze Stella, de eerste solar-gezinsauto ter wereld. En met succes, want ze zijn inmiddels viervoudig wereldkampioen! Het werd tijd om de hele wereld te laten kennismaken met deze Brabantse innovatie en hun ultieme droom te realiseren: de wereld verbeteren met schone mobiliteit. Nu bouwen ze aan ’s werelds eerste consumentenversie van een solar-gezinsauto: Lightyear One.
Stella kon zo’n 1000 tot 1500 kilometer afleggen op 1 batterij. Dat was 10 keer meer dan de elektrische auto’s die destijds op de weg reden. Tessie Hartjes, VP Marketing bij Lightyear vertelt: “Solar Team Eindhoven besefte zich: ‘Wij kunnen dit. We hebben laten zien dat het technisch mogelijk is, dus het is tijd om het naar de markt te brengen’.”
Ondanks het duurzame concept, de vele kampioenschappen én de enorme potentie kreeg de solar-gezinsauto geen voet aan de grond in de auto-industrie. Maar het ondernemersbloed kruipt waar het niet gaan kan. Dus, zoals het echte Brabanders betaamd, namen ze het heft in eigen handen en vierden ze op de iconische datum 11 november (naast de opening van het carnavalsseizoen) in 2016 de oprichting van Lightyear. Onder deze naam willen ze niet alleen inspireren, maar vooral een disruptie te veroorzaken in de auto-industrie. Want de tijd dringt voor het milieu, wachten op de auto-industrie is geen optie.
In 2019 werd Lightyear uitgeroepen tot beste start-up van Nederland. Wat begon aan de keukentafel met 5 man, groeide binnen 1 jaar al uit tot een bedrijf met zo’n 120 medewerkers. En ze groeien nog steeds. Hun vestiging op de Automotive Campus in Helmond is heel bewust gekozen. “De allergrootste uitdaging is om een race-auto te vertalen naar een auto die de weg op mag en waar mensen comfortabel in zitten.'' legt Tessie uit.
Op de Automotive Campus in Helmond zitten heel veel toeleveranciers die al voor bestaande fabrikanten werken. “Zij hebben enorm veel kennis over het bouwen van auto’s (in hoge oplages) en het creëren van comfort en veiligheid. Wij leggen ons concept bij hen neer en vertellen wat we willen bereiken. Vervolgens kijken we samen hoe we het kunnen verwezenlijken”, legt Tessie uit.
Naast kennis, zitten er op de Automotive Campus ook opleidingen en het onderzoeksinstituut TNO. “Dankzij de opleidingen is het voor ons makkelijk om stagiairs en studenten aan te trekken. En met TNO hebben we heel veel onderzoeken gedaan op onderdelen waar we nu patenten op hebben. De campus is voor ons echt een waardevol ecosysteem waarin alle partijen elkaar versterken.”Binnen Lightyear zijn 14 nationaliteiten werkzaam. Dat kan zorgen voor verdeling, maar bij Lightyear wordt dit goed bewaakt. “We vinden het erg belangrijk dat mensen zich thuis voelen”, vertelt Tessie. “Hierdoor creëren we een community die uit zichzelf nieuwe mensen aantrekt.”
De cultuur binnen Lightyear is sterk missie gedreven. Tessie legt uit: “Dat vraagt om een innovatieve mindset van alle medewerkers. Lightyear waarborgt dit door een goede balans tussen ervaren seniors en jonge talenten die onafhankelijk en grenzeloos denken.” Dit alles vindt plaats in een typisch Brabantse open feedbackcultuur zonder politiek en hiërarchie. Zo staat niets hen in de weg om de missie te realiseren. Samen moeten ze het onmogelijke mogelijk maken en de wereld verbeteren met schone mobiliteit. Want een solar-gezinsauto is echt geen sciencefiction meer, dat heeft Lightyear inmiddels wel bewezen.
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal
