Nog maar twee procent van de kinderen blijkt voldoende groenten te eten en slechts vijf procent eet voldoende fruit. Weinig kinderen weten waar hun eten vandaan komt en hoe het gemaakt wordt. Hierdoor weten ze ook niet wat duurzame en gezonde voedselkeuzes zijn. Om te zorgen dat we straks niet met een ongezonde generatie zitten, is het ministerie van LNV een landelijk overheidsprogramma gestart: Jong Leren Eten.
Uit onderzoek blijkt dat kinderen steeds ongezonder eten en niet goed weten wat duurzame voedselkeuzes zijn. Het programma Jong Leren Eten brengt kinderen en jongeren op zodanige wijze in aanraking met voedsel, dat zij van jongs af aan bewuste voedingskeuzes leren maken. “Kinderen staan nu zo ver van het eten af, dat ze niet meer beseffen wat de waarde is van voedsel. Voedsel zou voedend moeten zijn, voor je lijf en voor je gezondheid.” Aan het woord is Marieke Wingens, werkzaam bij IVN Brabant (natuur- en milieueducatie) en Jong Leren Eten-makelaar voor de provincie. Het programma Jong Leren Eten wil kinderen en jongeren tot 24 jaar via kinderopvang en onderwijs ‘voedselvaardig’ maken. Hiervoor zijn de afgelopen jaren in Brabant zeventig moestuincoaches opgeleid. Deze coaches willen kinderen het belang van gezonde en duurzame voeding meegeven en maken samen met hen een moestuinplan of voedselbosje voor de school. Marieke: “Samen gaan ze de grond bewerken, zaaien, planten, oogsten, proeven en koken. Zo verbreden de kinderen hun smaakpalet en beleven ze hoe het is om zo’n worteltje vers uit de grond te trekken en te proeven. Het programma is belangrijk, omdat kinderen eigenlijk niet goed meer weten waar eten vandaan komt en wat duurzame en gezonde keuzes zijn. Je ziet dat terug in hun gezondheid. Die gaat hard achteruit. Om te voorkomen dat de toekomstige generatie lijdt aan welvaartziektes, hebben we heel veel werk te verrichten.”
De moestuincoaches ontzorgen de leerkrachten en maken het voor een school mogelijk om ook aan de slag te gaan met eetbaar groen. Voor de kinderen is het niet alleen leerzaam, maar ook ontzettend leuk. Marieke: “Uit onderzoek blijkt dat kinderen die naar een school gaan met een groen schoolplein gezonder gaan eten, zelfs zonder dat zij daar les over hebben gehad.” Scholen kunnen zich aanmelden voor het project ‘Week van de schooltuin’, waarin het belang en plezier van het schooltuinieren wordt benadrukt of voor ‘Schoolplein van de toekomst’. Zo’n groener schoolplein leert kinderen over gezond en duurzaam eten en is tegelijk goed voor de natuur, het klimaat én maakt kinderen gezonder en gelukkiger. Jong Leren Eten werkt in Brabant ook samen met educatie-boeren. Schoolkinderen gaan op bezoek bij de boer om te zien hoe hij werkt met zijn koeien of wat hij op zijn land verbouwt.
Marieke: “Jong leren Eten ziet zichzelf als aanjager van het project. Het is een impulsprogramma, waarbij het project ook is geborgd. Wij ondersteunen, initiëren en zorgen dat er financiering is om te starten, maar daarna gaat de school er zelf mee verder. We hopen dat het koken, het eetbaar groen, het moestuinieren blijft doorgaan, ook als er geen Jong Leren Eten-makelaars meer bij betrokken zijn. Daarvoor investeren we in regionale netwerken, zodat de scholen het project zelf door kunnen ontwikkelen.” Voor dit doel brengt Jong Leren Eten partijen en organisaties uit de ‘groene’ duurzaamheidswereld en de ‘witte’ gezondheidswereld bij elkaar. Er wordt samengewerkt met lokale overheden en maatschappelijke organisaties. Marieke: “De kracht van het Brabantse programma is de verbinding, de sterke netwerken en de integrale aanpak. We zoeken samenwerking met allerlei partijen die zich allemaal verbinden aan diezelfde missie: namelijk de groene schoolpleinen. We praten niet alleen samen; we doen ook echt samen. Daar kijken andere provincies weleens jaloers naar.”
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal