Als jonge ondernemers hebben Max Aerts en Tijn Swinkels nog een lange tijd voor zich om hun levenswerk te realiseren: de omslag naar duurzaam energieverbruik versnellen met de inzet van hydrozine (‘mierenzuur’). Het punt is: die tijd hebben ze niet. De Brabantse innovators hebben haast, omdat de wereld dringend op hun schone generator zit te wachten.
Op een beetje festival staat al gauw een flinke rij generatoren te stampen, die er honderden liters diesel doorheen draaien. Diesel is een van de meest vervuilende brandstoffen die er bestaan, maar wel relatief goedkoop. Bij Max Aerts en Tijn Swinkels is dat een doorn in het oog, want de samenleving draait op voor de ongemakkelijke gevolgen: gezondheidsverlies en milieuvervuiling met alle gevolgen van dien.
Zij zien een schoon en gemakkelijk toepasbaar alternatief: hydrozine, een veilige brandstof die duurzaam geproduceerd kan worden uit groene stroom. In hun glimmende bedrijfsbrochure staat die droom verbeeld. Een schone generator in een strakke antracietkleurige kast, die op een bouwplaats midden in de stad zijn werk doet. Stil en zonder zware dampen.
Binnenkort presenteert hun bedrijf DENS (Dutch Energy Solutions) de eerste generator, die elektriciteit opwekt op basis van hydrozine. Het is het resultaat van eindeloos experimenteren, fouten durven maken, nieuwe onderdelen uitproberen en doorzetten. De oprichters en hun teamleden zijn er tachtig uur per week mee bezig. “Maar het voelt niet als werk”, zegt Max. “Dit is het leven uit een avontuurlijk jongensboek.”
Het begon allemaal op de TU Eindhoven, waar ze als studenten in 2015 een eerste model-autootje lieten rijden met hydrozine als energiedrager. De techniek was er al; maar een auto hiermee in beweging krijgen was volkomen nieuw. “Echt supervet om ons autootje te zien rijden”, herinnert Max zich het triomfgevoel van toen. “Het lijkt net alsof je een nieuwe brandstof hebt uitgevonden.”
Vanuit de universiteit kregen ze de kans om de toepassing van hydrozine verder uit te werken via een honours-programma en daarna in een studenten team. Zij wonnen er in 2015 de duurzaamheidsprijs mee en kregen 5.000 euro om te investeren. Met nog eens 70 bedrijven als sponsors konden ze met het studententeam FAST hun idee op grotere schaal uitvoeren. Met hun tweede auto wist Team FAST de energie-opbrengst ten opzichte van hun allereerste modelauto 42 keer op te schalen.
Wereldwijd berichtten de media over de studenten die een gat in het automotive universum probeerden te slaan. “We waren de enigen in de wereld die het zo groot hadden gemaakt”, zegt Tijn.
Hydrozine is beter bekend als mierenzuur, een van de oudste en simpelste zuren die de mensheid kent. Het zuur ontstaat door waterstof te binden aan CO2. Het is een vloeistof die gewoon getankt kan worden, net als benzine of diesel. In de auto wordt het weer omgezet in CO2 en waterstof.
Het is dezelfde stof die sommige mieren gebruiken als afweermiddel, dus vandaar de naam. Maar DENS doet helemaal niets met mieren, want hun grondstof kan geproduceerd worden uit aardgas of biogas. Max en Tijn gebruiken liever de naam hydrozine als naam voor hun energiedrager, wanneer deze (zoals hun bedoeling is) duurzaam geproduceerd wordt uit groene stroom.
Hun machine zet hydrozine om in waterstof. Waterstof is schoon, want het laat bij verbranding alleen waterdamp achter. Maar het is een licht ontvlambaar en explosief gas. Om dit gas op te slaan zijn kostbare tanks nodig die hoge druk aankunnen. Door hydrozine als tussenschakel toe te passen, willen de ondernemers de nadelen van waterstof ondervangen. Hydrozine is namelijk vloeibaar bij kamertemperatuur, waardoor het niet onder extreem hoge druk in tanks vervoerd hoeft te worden. Als energiedrager is het daarmee veiliger, goedkoper en gemakkelijker toepasbaar dan waterstof.
De ontwikkeling van een auto op hydrozine bleek een te groot doel. Ze zien nu meer muziek in een machine die op zijn plek blijft: generatoren, graafmachines en andere ‘heavy-duty- toepassingen. “Een auto kan zich naar een tankpunt toe rijden, maar bij een generator moet de brandstof juist getransporteerd worden”, zegt Tijn. “En dat maakt een oplossing met hydrozine op bouwplaatsen of festivals veel logischer.”
Bouwbedrijf BAM Infra en andere partijen zijn inmiddels aangehaakt. “Marketingtechnisch is de ontwikkeling van een generator op hydrozine minder sexy dan een auto”, zegt Max, die verantwoordelijk is voor het commerciële deel van het bedrijf. “Maar als generatoren niet meer op diesel gestookt worden, levert dat wel een grote winst op voor het milieu. We hebben in de gaten gekregen dat de wereld hierop zit te wachten.”
Nu werken ze via hun startupbedrijf hun idee verder uit op de automotive campus, het terrein van de vroegere DAF-fabriek in Helmond. Het voormalige ketelhuis gebruiken ze als laboratorium. Hier staan enkele testopstellingen, omringd door slangetjes, monteersleutels en elektriciteitsdraden. Dit is multidisciplinair werken: chemie, industrieel design, elektrotechniek, natuurkunde en werktuigbouw ineen.
De nieuwe hydrozine generator schaalt de energie-opbrengst ten opzichte van hun vorige uitvoering nog verder op: 1000 keer. Hun grootste uitdaging is het vinden van een economisch rendabel model. “Technisch kun je alles oplossen, als je maar door-engineert”, zegt Tijn. “Maar onze oplossing is op dit moment nog duurder dan diesel, zeker nu we nog niet op grote schaal kunnen produceren. Eigenlijk moeten we nu de vraag creëren naar ons product.”
Hun vertrouwen in hydrozine is er niet minder om. Ze hebben het gevoel dat ze een superkrachtige sleutel in handen hebben voor de energie-transitie. Zo simpel mogelijk voor de gebruiker, namelijk met slechts één knop. En met een vloeibare brandstof, zodat het tanken hetzelfde is als bij de bekende fossiele brandstoffen. Dat is belangrijk, weten ze. “Want een gedragsverandering bij de gebruiker voor elkaar krijgen, dát is pas moeilijk.”
Inmiddels hebben ze veel contacten met leveranciers en afnemers. Dat helpt enorm, zegt Max. “We profiteren in Oost-Brabant van de aanwezigheid van veel andere partners, waar we expertise, sponsoring, onderdelen en andere benodigdheden vandaan kunnen halen. Dit kunnen we alleen in Brabant doen.”
Ook hebben ze enorm veel baat gehad van de studenten van de Technische Universiteit die vrijwillig hun tijd hierin gestoken hebben. Tijn: “We zijn enorm veel in de media geweest en krijgen volop steun van professoren, TNO en andere experts. In deze kringen zijn we wereldberoemd.”
Zonder al te veel ruchtbaarheid hebben ze in hun laboratorium de afgelopen maanden keihard gewerkt aan hun generator, die hydrozine omzet in waterstof. Nu voelen ze de drang om een groot publiek te laten zien wat er mogelijk is. “De waterstofeconomie komt niet op gang”, zeg Max. “Dat probleem kunnen wij oplossen, dus dan gaat de handrem eraf.”
Hun kick? Als de generator lekker draait en de hydrozine zijn werk doet, dan genieten ze met volle teugen, samen met het hele team. Maar ook willen ze de wereld een zichtbaar bewijs leveren. “We gaan nu echt laten zien wat we al vier jaar roepen”, zegt het duo. “We willen niet de belofte zijn die we niet waarmaken. Als je innoveert, heb je altijd een proces vol onzekerheden. De ontwikkeling van iets nieuws kost altijd meer tijd en geld dan je van tevoren denkt. Nu gaan we bewijzen dat het echt kan.”
Zelf hadden ze nooit gedacht dat ze ooit zover zouden komen toen ze hun eerste autootje ontwikkelden op de universiteit. “Dit is een levensdoel, dus we zijn niet te stoppen”, zegt Max. “Elke stap is voor ons een mijlpaal die nieuwe energie geeft. We creëren iets dat er nog niet is en waar veel mensen baat bij hebben.”
Met één druk op de knop kopieer je gratis de volledige tekst van dit verhaal