CHIEF

Op dit moment eten we zeventig procent van onze proteïne dierlijk en komt slechts dertig procent uit plantaardige producten. Als mensen meer plantaardige eiwitten eten, zorgt dat voor minder CO₂-uitstoot, minder stikstof en minder dierenleed. Bovendien is het beter voor de gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen wel vaker plantaardig willen eten, maar dat ze daarvoor de kennis, kunde en inspiratie missen. Ze weten niet hoe, kennen geen lekkere recepten of hebben een keer iets geprobeerd en vinden het niet lekker genoeg of de prijs/kwaliteit verhouding niet goed.

Schouten Europe en HAK, beide gevestigd in het Brabantse Giessen, richtten een aantal jaar geleden de stichting CHIEF op. CHIEF staat voor Centrum Hulp bij Innovatie, Educatie en Fascinatie plantaardige eiwitten. Het familiebedrijf Schouten Europe begon in 1990 als eerste Nederlandse bedrijf met de ontwikkeling van vlees- en (inmiddels ook) visvervangers. HAK kennen we van de peulvruchten, een belangrijke plantaardige bron van eiwitten. Commercieel manager bij Schouten Europe en specialist in plant-based protein Mark van Noorloos hoopt dat Nederland in de toekomst koploper wordt in de plantaardige eiwit industrie.

Je kunt niet de hele wereld tegelijk veranderen, daarom besloot CHIEF om een pilot op te zetten in een afgebakend gebied. Zo konden er heldere inzichten verzameld worden, die vervolgens weer zijn toe te passen op andere regio’s in Nederland. Aan de keuze voor Altena in Brabant lag een goede reden  ten grondslag. Mark: “Het is een representatief gebied en representatieve doelgroep, afgebakend tussen de rivieren, waardoor de effecten van interventies goed meetbaar zijn. Ook is de gemeente de thuisbasis voor plantaardige pioniers zoals Schouten Europe en HAK.”

CHIEF verbindt lokale initiatieven en partijen aan het gestelde doel: maak plantaardige eiwitten beter bereikbaar voor de Brabantse consument, zodat er een verschuiving plaatsvindt van 30-70 plantaardig/dierlijk naar 50-50. Voor de pilot van de campagne ‘Samen plantaardig’ werkte het bedrijfsleven samen met de gemeente Altena, de provincie Noord-Brabant, Rewin West-Brabant, maar ook met supermarkten, horecagelegenheden en scholen. Mark: “Samenwerking is belangrijk om breed draagvlak te creëren en elkaar te versterken. Ieder heeft vanuit zijn expertise zijn eigen rol in het geheel. De een zit wat meer op educatie, de ander meer op het aanbieden van plantaardige alternatieven. Een derde kan vanuit wetenschappelijk oogpunt aangeven wat er nodig is voor gedragsverandering.”

Mark: “We wilden dingen in beweging zetten. Daarom hebben we verschillende interventies ingezet om te kijken welke het grootste effect hebben op de verschuiving naar meer plantaardig eiwit. We boden bijvoorbeeld proeverijen van plantaardige alternatieven aan in supermarkten, stimuleerden horeca om meer plantaardig op het menu aan te bieden, betrokken lokale ambassadeurs die mensen inspireerden met hun plantaardige keuzes en recepten, namen een week lang een schoolkantine over en interviewden diverse inwoners die thuis producten wilden testen. De interventies speelden in op drie belangrijke factoren voor gedragsverandering. Mensen moeten gemotiveerd raken om te veranderen, ze moeten weten waarom het goed is om te veranderen. Ook moet er voldoende aanbod zijn van producten op basis van plantaardig eiwit. Ten slotte moet men in staat zijn om er iets lekkers mee klaar te maken. Nu meten we welke interventies het meeste effect hebben op duurzame gedragsverandering. De succesverhalen willen we ook op andere plekken in Nederland inzetten. Ik hoop dat mensen naast dierlijk eiwit ook wat vaker voor plantaardig eiwit kiezen. Het is geweldig dat we hier in Brabant als pionier het initiatief nemen om de verschuiving naar meer plantaardig eiwit te bewerkstelligen. Ik ben vooral trots op de samenwerking met alle partijen. Dat geeft je het gevoel dat je er niet alleen voor staat.”